Pagina:Heimans&Thijsse1895InSlootEnPlas1stEdition.djvu/179

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

157

zichtbaar, want de watergentiaan bloeit pas met het begin van Juli. Nu komt het er op aan, een stuk wortelstok uit den bodem machtig te worden en dat doet ieder weer naar zijn bijzonderen aanleg en natuur. Ik ga altijd maar te water, en grabbel dan net zoo lang tot ik iets, dat in het gevoel op een wortelstok lijkt, te pakken heb. Dat wordt dan met kracht en geweld losgerukt en ik ben dan tevreden als ik een knoestig, rimpelig, vuilwitgeel stokje van een dM. lengte bezit, waaraan zich op onregelmatige afstanden eenige dikke knoppen bevinden. Je kunt ook wel kunstige dreggen en graafmachines uitvinden, om wortelstokken te krijgen, zonder te water te gaan; ook herinner ik me, dat we eens een stuk sloot ervoor hebben leeggehoosd—maar dat is allemaal erg omslachtig.

We hebben nu een stuk wortelstok. De beide uiteinden zien er wat gescheurd en gehavend uit; snij die met een scherp mes glad af — natuurlijk zoo zuinig mogelijk, opdat wij een groot brok overhouden. Ook bevinden zich aan onzen wortelstok al worteltjes; merkt ge er daar een bij, die gescheurd is, dan moet hij netjes afgesneden worden, ook weer zoo dicht mogelijk bij de verminkte plek. Dit glad afsnijden doen we, om de wonden gemakkelijker te doen helen; gij weet bij ondervinding dat een wond, met een scherp mes toegebracht, betrekkelijk vlug geneest.

Nu onzen buit ingepakt in vochtig mos en dan naar huis!

Het planten is heel eenvoudig. We vullen een gewonen bloempot met klei, niet met bloemaarde of tuinaarde, maar met klei tot een paar cM. beneden den rand. Daarin planten we den wortelstok op een diepte van 5 cM. en zetten dan het heele boeltje vierentwintig uren in een emmer vol water. Dan heeft de klei zooveel water opgenomen, als zij maar kan — en klei kan veel water opnemen.

Nu zetten we de pot in een schoteltje voor 't raam — liefst