Pagina:Heimans&Thijsse1895InSlootEnPlas1stEdition.djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

11

Och, had meester Swammerdam maar eens even in de toekomst kunnen lezen, zooals wij in het verleden, dan zou hij in die twee jongens, die daar, peinzend over allerlei raadselen in het troebele water van het aquarium tuurden, twee beroemde mannen gezien hebben, die eens de geheele geleerde en ongeleerde wereld zouden verbazen met het antwoord, dat zij zelve gaven op vele van de vragen, die zij als kinderen tot den apotheker richtten.

Jan Swammerdam en Anthony van Leeuwenhoek!

Had hij het mogen beleven, hij, die al zooveel meende te weten, den Bijbel der Natuur te lezen, waarin de wonderbaarlijke onderzoekingen en ontdekkingen van zijn zoon Jan zijn beschreven! De apotheker heeft het niet voorzien, toen hij Antony van zijn aquarium joeg en weer naar den lakenwinkel zond, dat die eenvoudige bak met slootwater, de eerste aanleiding zou zijn, om het Nederland der 17de eeuw een beroemd man rijker te doen worden.

Zoo beroemd nog bij zijn leven, dat uit alle deelen van Europa de geleerden en vele belangstellenden in de wetenschap der natuur, de reis naar Delft deden, om het voorrecht te genieten, Antony van Leeuwenhoek te spreken over zijn ontdekkingen; eens te mogen kijken door de microscopen. die hij zelf vervaardigd had, en waarmede hij een wereld van nooit gekende levende schepselen aan het licht bracht:—hij, de nederige kamerbewaker van den Burgemeester, die langen tijd voor 6 gulden in de week de raadszaal reinigde en de kachel stookte.

Bijna alle toenmalige vorsten van Europa, ook onze Stadhouder en Koning Willem III, achtten het niet beneden zich, hem in zijn studiekamertje te komen bezoeken, om zich