51
Is het wijfje eens begonnen eieren te leggen, dan kunt ge gerust het nestje verplaatsen, of in de hand nemen met den kever er bij, om beter waar te nemen. Het diertje laat zich niet meer storen en gaat zelfs op uw hand, buiten het water verder met het eieren leggen of met het dekseltje maken.
Leg het maar weer in het water; zie eens hoe het dier om het nestje heendraait, hier en daar nog wat bijflikt, verschikt of aanvult, — en teeken den datum van het eieren leggen aan. Tien dagen later moet ge van tijd tot tijd naar het nestje kijken; dan beginnen soms de larven al te leven in het nest. Het kan geen kwaad, ten minste als ge meer dan één nestje hebt, eens voorzichtig een stuk uit het dek van het scheepje te steken of te knippen; dan kunt ge de verandering en de kleurwisseling, die er binnen in plaats grijpt, ook zien.
Binnen 14 dagen zijn alle larfjes uitgekomen; ze eten den eersten dag spinsel en eierhulsels, maar den volgenden dag reeds begint hun moordtocht door het water in uw kommen; dan is er geen slakje, geen wurmpje meer veilig voor hun kaken; ze wassen verbazend snel en worden larven, zoo leelijk, zoo griezelig, dat ik, en velen met mij, ze niet zonder een kleine rilling van afkeer kunnen aanpakken, en we zijn anders niet zoo vies of angstvallig op het stuk van insecten aangrijpen.
De larve van de gerande is een monster, maar — 't is hem aan te zien; die van de spinnende waterkever is een dikke weeke, zwarte, sterk gerimpelde worm, die zich dood houdt, als ge hem opvischt, en die dubbelgevouwen als een slappe vellerige darm voor u ligt; ge wilt het vieze ding met den vinger op zij gooien, maar op eens hoort ge een vrij sterk, gillend geluid en, plotseling zich opblazend en zich krommend, slaat het verraderlijk schepsel zijn kaken in uw vel; als ge hem eenmaal kent, zult ge op uw hoede zijn en hem