Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/56

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

38

in de bloem, welke hij in de rechterhand houdt, herkent ge heel duidelijk de bekende blauwe lisch uit onze tuinen, de germaansche lisch (Iris Germanica). Dat is nu onze echte slootkantlisch wel niet, maar toch een lisch en een heel mooie op de koop toe.

Nog iets. Toen Lodewijk VII eenmaal voorgoed de lisch in zijn wapen had opgenomen, werd de bloem "Fleur de Louis" genoemd. Dat woordje Louis werd gedurig korter uitgesproken, zoodat de naam eindelijk veranderde in Fleur de lys. In Vlaanderen en Holland heet de bloem sedert die tijd ook "liesch", tegenwoordig "lisch". Als nu de fleur de Louis werkelijk een lelie geweest was, dan zouden we díe bloem tegenwoordig wel lisch noemen. Het blijft natuurlijk eenige verwarring en twijfel veroorzaken, dat de figuur uit het Fransche koningswapen tegenwoordig bijna altijd en vroeger ook al heel vaak "Fransche lelie" genoemd wordt.

In Friesland heet de lisch nog werkelijk algemeen lelie en de schippers spreken daar ook altijd van de "lelie" op het kompas. Gij zult n.l, wel eens opgemerkt hebben, dat op de windroos de letter N bij het Noorden vervangen is door de lelie-figuur. Dit is gebeurd in 1340 op bevel van Karel van Anjou, die op deze wijze de roem van zijn huis aan de glorie der nieuwe vinding (want het kompas kwam toen eerst in gebruik) wist te verbinden.

Maar nu wordt het hoog tijd, dat we na al die geleerdheid de bloem zelve eens gaan bekijken. Laat ons daarom in de lauwe Junizon een uurtje gaan doorbrengen aan de oever van een klare vliet of van een stille ringvaart. De zon staat heel hoog en het wit-blauwe uitspansel lijkt zòo ver verwijderd, dat de reusachtige stapelwolken, die uit het Zuidwesten komen aandrijven, slechts een onnoemelijk klein gedeelte van de groote hemelruimte schijnen in te nemen.