Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/105

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

95

bladeren, waarvan vooral de eindpunt heel krachtig ontwikkeld is, Deze distel beschermt ook de bovenzijde zijner bladeren door scherpe punten en stekelharen; hij is dus wel onaantastbaar. Algemeen wordt deze soort gehouden voor de distel uit de Schotsche legende, waarvan ik zooeven sprak.

Paardebloem-vergroeiing.
Minstens gelijk aan drie
gewone paardebloemen.

Dan nog de knikkende distel, die dadelijk te herkennen is aan de omstandigheid, dat zijn groote bloemhoofdjes schuin overhangen. Als ge fijne vingers hebt, kunt ge die ook misschien afplukken, want de steel waaraan ze zitten, is over eene lengte van wel 2 cM. geheel zonder stekels, en dat wil wat zeggen voor een distel!

Vergroeiing bij een
paardebloem: twee
knoppen op éen
steel.

De knikkende distel heeft de grootste bloemen. Een enkele maal zult gij ze bij de gewone wegdistel nog grooter vinden, maar als ge goed toeziet, bemerkt ge, dat ge een heel aardige vondst gedaan hebt—dat uw reuzenbloem niets anders is, dan de vergroeiing van vijf, zes of nog meer gewone distelkoppen. Soms zijn deze aan hun voet nog gescheiden; een andermaal zijn de bloemen geheel samengegroeid en alleen aan de insnoeringen van het omhulsel kunt ge zien, aan hoeveel afzonderlijke distelbloemen de vereeniging haar ontstaan te danken heeft. De steel zelf is dan breed en plat, alsof de oorspronkelijke stengels eenvoudig in éen richting aan elkander geplakt waren.