Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/118

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

108

wed ik, dat we wel vier soorten van hommels of bijen met verschillende vleugels zullen vangen. Het onderscheid zit hem voornamelijk in de voorvleugels en wel in 't bijzonder in den vorm en 't aantal van de randcel, de achterrandcellen en de manier waarop de terugloopende aderen in die achterrandcellen uitloopen. Voor de duidelijkheid teeken ik hier even een paar hommelvleugels wat vergroot erbij, met de namen van de cellen; dan kunt ge zelf de verschillen eens opsporen bij de bijtjes, die in dit boek zijn afgebeeld en bij de vele andere, die ge op distels en andere bloemen kunt vangen, Maar vooral op de distels. Er is maar één bloem, waar ge nog grooter verscheidenheid van bijen op kunt aantreffen: dat is de paardebloem.


Honingbij, Apis mellifera (× 4).

 

Wacht, ik zal u even wat verschillende bijtjes aanwijzen, dan zullen we ons straks weer meer in 't bijzonder met de hommels gaan bezighouden. 't Meest zien we de gewone honigbij; dat zijn die vaalbruine, met tamelijk dikke achterpooten, die ze onder 't vliegen recht omlaag laten hangen.