Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/30

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

26

Misschien zegt ge wel: "Waartoe diende nu die lange, vervelende beschrijving? waarom is u niet dadelijk met de kleurteekening begonnen, dat was toch veel beter en gemakkelijker?"

Neen, antwoord ik, beter was het in elk geval niet;—gemakkelijker? misschien; althans voor iemand, die al eenige soorten van dagvlinders op het eerste gezicht weet te onderscheiden, en toch, zoudt ge ook dan nog licht in de war raken, want het is zeer moeilijk de grillige kleurenteekening op vlindervlerken te beschrijven, en niet minder moeilijk zoo'n beschrijving te volgen. Bovendien leert ge op deze wijze niet alleen éen vlinder goed kennen, maar ook weet ge nu, waarin hij van anderen verschilt; dat helpt later uitmuntend bij het bepalen van andere vlinders; en zoodoende had ik meteen gelegenheid u ter loops nog een paar merkwaardige verschijnselen in het leven van onze vlinder mede te deelen.

Ik kan nu met het aangeven van de kleuren heel kort zijn; alleen die van de bovenzijde der voorvleugels zal ik aanduiden; want ik zie geen kans de talrijke kleuren en de wonderlijke teekening der onderzijde in woorden uit te drukken.

Welnu, zwart ís de hoofdkleur; dat ligt in een breeden kring om het lichaam, in de zon krijgt dit fluweelig zwart een gloed als goudbrons; dan volgt een breede, vuurroode band, dan melkwitte vlekken, groote en kleine; daarop in de vleugelhoeken kleine, hemelsblauwe stippen, dan weer zwart en blauw met witte halve-maantjes langs de vleugelranden.

En nu nog dit, met dezelfde kleuren kan uw vlinder nog een andere dan Atalanta zijn; namelijk een dístelvlinder; die komt met de gegeven beschrijving tot nu toe bijna geheel overeen, beiden heeten ze dan ook Vanessa van hun   van; maar de distelvlinder, waarover ge in de tweede helft