Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/55

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

49

Na die inspanning blijft de vlinder met opgevouwen of gekreukelde vleugels een poosje zitten; raak hem nu vooral niet aan, of ge krijgt een gebrekkig exemplaar.

Na een paar minuten komt er beweging, de vlinder laat zich afhangen, met de pooten om het stokje geklemd; of wel, hij klimt er boven op. Herhaaldelijk laat hij een droppel vuurrood vocht vallen en tegelijk beginnen de vleugels zich te ontplooien.

Hij kruipt naar een licht plekje, liefst in de zon, om de vleugels te laten drogen. Ieder oogenblik slaat hij nu de vleugels neer, als wilde hij zich laten bewonderen en u door het vertoonen van zijn kleurengloed danken voor de zorgvuldige oppassing.

Hebt ge u overtuigd, dat het een volmaakt gaaf exemplaar is, laat hem dan eens op uw vinger kruipen, breng hem in de zon en—ja, ik zou zeggen laat hem vliegen, verlustig u in de sierlijke vlugge bewegingen, of wel, zet hem op een bloem en let eens op, hoe hij welbehaaglijk zijn lange roltong diep in de bloemkelk steekt en de honig opslurpt.

Liefst moet ge geen platte bloem, geen madeliefje of boterbloem nemen; die zijn beter geschikt voor vliegen en wespen, met korte zuigsnuit, al versmaden de vlinders ook die honigbloemen niet.

Uw vlinder met lange tong zuigt echter het liefst uit lange bloemen, waar de honig diep zit, zooals bij distels, of waar die in de lange spoor onder de bloem is verborgen, zooals bij een viooltje of een Oost-Indische kers, daar voelt uw vlinder zich dadelijk als aan een gedekte tafel. Hij kan, bij gebrek aan beter, zijn slurf wel zoo krommen, dat hij zittend op een madeliefje toch honig zuigt, maar dan blijft hij maar een oogenblik toeven en vliegt dadelijk weg naar een, die hem beter lijkt; hij moet anders zooveel moeite doen als een ooievaar, die uit een theeschoteltje drinkt.

Hebt ge bijgeval een donkergekleurd viooltje in bloei, zet

4