Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/228

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

220

vriendjes van één dag, en werkelijk met spijt van weerszijden, het was heerlijk geweest en veel te gauw al weer voorbij.

Wij beidjes moesten verder op naar 't oosten, naar den kant van de hooge Eperheide, naar Epen en Slenaken, waar wij zelf goed den weg wisten. Daar hebben wij nog een massa moois gevonden; geen nieuwe soorten evenwel; we hadden al zoowat alles, wat er in Mei aan orchideeën bloeit.

Wie nog nooit in Mei in 't zuiden van Zuid-Limburg is geweest, moet de eerste gelegenheid te baat nemen.

't Is er nog veel mooier dan in Juli, er staan, nog meer appelboomen dan kerseboomen іп de Betuwe. Heel veel vogels zingen er in kleine boschjes vol kleurige bloemen en aan klokkende beekjes vol snelstroomend water. Menschen zijn er veel minder; dat is wel iets prettiger; maar toch is 't jammer, dat er ook in de Pinksterweek geen vacantie-kaarten worden uitgegeven. 'k Wou, dat iemand met veel invloed dat eens voor de natuurvrienden gedaan kon krijgen.