Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/58

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

VIII.

Springende Zaden.


 

Er zijn heel wat planten met springende zaden; eigenlijk moest het heeten: met schietvruchten; maar iedereen weet wel, wat met springzaad wordt bedoeld. Ook onze mooie driekleurige viooltjes en de wikken uit de korenvelden hebben zaden, die een heel eind ver weggeschoten kunnen worden.

Wie daarmee eens een aardige proef wil nemen, brengt uit den tuin maar eenige rijpe viooltjes-vruchten bijeen in een kartonnen doosje. Wanneer 't doosje een uur op tafel staat, vooral 's avonds, als 't licht is opgestoken en 't droog wordt in 't vertrek, hoort ge op eens een harden tik binnen 't doosje; spoedig wordt die gevolgd door andere, totdat het een formeel bombardement wordt, daar binnen tegen het karton. Neemt ge nu een paar vruchten, die nog niet opengesprongen zijn er uit en houdt ge een krant uitgespreid, dan is licht de afstand te bepalen, die de projectielen in dit geval op zijn hoogst afleggen.

De zaden van Oxalis, een sierplant met roode bloemen en groote klaverbladeren, en van de fijne mooie wilde Oxalis, de klaverzuring van onze vochtige bosschen, kunnen ook een heel eind ver springen; maar het vaakst en 't mooist is het zadenspringen waar te nemen bij een plant, die er zijn naam aan dankt, bij het Springzaad.