Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

57

bliksemsnel en met groote kracht, zooals bij rijpe vruchten het geval is, dan kunnen de zaden tot 4 meter ver weg worden geschoten.

Toch is dit projectielen werpen niet het meest interessante aan de plant. De wijze waarop elke bloem, die juist open gaat, zich precies onder een horizontaal blad plaatst en zich zoodoende, als onder een paraplu, tegen regen beschermt, is heel aardig om na te gaan; vermakelijk is het te zien, hoe een hommel of een groote wesp bij 't honing zuigen hangt te schommelen in de groote bloem. Soms kijkt er een zoo leuk uit een bloem, die aan zijn draaddunnen stengel hangt te bengelen, dat men zich afvraagt, of het beest daar ook voor zijn plezier aan 't schommelen is? Wat best mogelijk kan wezen.

Hoe hier weer zelfbestuiving door de natuur is verhinderd, kunt ge zelf wel uitvinden, als ge maar bloemen van verschillenden ouderdom vergelijkt. Ook de teekening wijst er al wat van aan. Maar vergeet niet dat een bloemenleven bij dagen telt.

Wat bij mij evenwel al die theoriën over 't nut van zelfbestuiven weer even doet wankelen, is het verschijnsel, dat bijna elke Springzaadplant, die ik dezen zomer op de gewone wijze zag bloeien en vruchten dragen, onder aan zijn stengel een menigte nietige bloempjes vormde, die geen spoor en geen honingmerk, ja, zoo goed als geen bloembladeren vertoonden en die toch normale vruchten met zaden kregen, al waren 't er maar een of twee. Werd hier op een of andere wijze het normale bloeien belemmerd, dan was dat vormen van zulke cleistogame bloemen, die zich zelf bestuiven moeten, daardoor te verklaren; maar nu?

Nog iets heel bijzonders kunt ge onder aan de stengels van ons springzaad waarnemen. Daar vormen zich dikwijls roode of witte glasachtige wortels op de knoopen, een heel