Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/109

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

109

overstuiving, dan wel of het droger worden het natuurlijk verloop is van het proces der duinvorming zelf, dat vermindert de teleurstelling voor den natuurvriend niet. Want wat hij zoekt, kan het zoete water niet ontberen; op droog of ziltig zand is geen rijke flora en fauna te verwachten.

Maar dezen keer werd onze verwachting verre overtroffen. Al dadelijk achter de kerk even over den grintweg trokken vele sappig groene pannetjes onze aandacht door de groote hoeveelheden van bloeiend wintergroen. Zoolang dat nog in knop staat, heeft het zeer veel van rose lelietjes-van-dalen; vooral de kleine soort van de bosschen, die hier overal naast de gewone Pirola in de duinpannen voorkomt. De geur van deze plant is niet zoo fijn als van lelietjes, maar toch nog heerlijk genoeg; voor sommige neuzen is er een bijreukje aan, meermalen is 't mij voorgekomen, dat mijn reisgezel de opmerking maakte: het riekt hier naar versch wittebrood; ook nu weer.

Wie dien geur opmerkt in onze duinen kan er stellig op aan, dat ergens vlak in de buurt bloeiende Pirola of Wintergroen staat, en wie ze voor lelietjes van dalen aanziet, bemerkt bij het plukken zijn dwaling; want de ronde bladeren, die meestal plat op den grond liggen, lijken heelemaal niet op de mooie breede bladeren van lelietjes; het zijn net groenleeren schijfjes, zoo groot als een halve stuiver.

Waar nu dat wintergroen bloeit,—niet in enkele exemplaren, maar zoo vol en rijk, dat de grond er wit ziet van de hooge bloeiende stengels—daar is het zoete grondwater nog niet opgedroogd, weggezonken of weggezogen door de waterleiding. En is de streek eenzaam en ver van bouwland gelegen, dan herbergen die vochtige zoete duinpannen, de heerlijkste planten, waarvan de aankomende natuurvrienden