Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/136

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

136

Duitsche naam is Steinpilz, in 't Fransch Cèpe; bij ons heet hij Eetbare Boletus. (Boletus edulis). Deze nu heb ik meer dan eens geproefd. Het vleesch onder de bruine huid is mooi zuiver wit en stevig, 't smaakt eenigszins naar walnoten en 't riekt vaak ook lekker nootachtig. Het is een van onze grootste paddestoelen, en van den voorzomer tot in den herfst in steeds toenemend aantal te vinden, vooral in eikebosschen, maar ook in ander loofbosch, op weiden en op zandige beschaduwde plekken.

Mij dunkt, dat iemand die een proef wilde nemen met het winstgevend maken van zwammen, niet kwaad zou doen, met onzen Boletus te beginnen, vooral omdat deze paddestoel, zoo goed gedroogd of ingemaakt geconserveerd kan worden. 't Is waar, hij heeft in zijn eigen geslacht talrijke giftige soorten, maar dat is juist bij den aardappel immers ook 't geval; denk maar aan zwarte nachtschade, en toch is de aardappel 't volksvoedsel bij uitnemendheid geworden.

Hoe is nu zoo'n Boletus edulis van elken anderen paddestoel te onderscheiden. Daartoe moeten we ons eerst in herinnering brengen van den groei en levenswijze van paddestoelen in 't algemeen.

We weten allen wel, dat hetgeen wij gewoonlijk paddestoel noemen, een deel is van een zwam, en wel het deel, dat tot verspreiding der sporen dient, dus een voortplantingsorgaan.

Het eigenlijke zwamlichaam, zwamvlok genoemd, is in den grond, in een boomstam, een plank of iets dergelijks verborgen. Deze zwamvlok bestaat uit een massa witte of grauwe meestal viltachtig dooreengegroeide draden; deze nemen als voedsel stoffen in zich op, die andere planten of in 't algemeen levende wezens tijdens hun leven hebben bereid. Is er voldoende voedsel in den bodem aanwezig