Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/57

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

57

huurde voor vacantieverblijf, geen bezwaar; voor een goed woord en een kwartje is 't opgeruimd, dacht ik.

Maar nu! 't Is een schilderijtje geworden, je zou 't teekenen en kleuren, om 't vast te houden. Wat er onder zit, ziet niemand; dat vergaat wel zoo ver 't kan, en de artistieke natuur heeft er een bloemstuk van gemaakt. Fijne grasjes wuiven er met hun pluimen boven een donkergroen moskleedje uit, een plant met sierlijke bladeren, als varens gesneden, heft er een macht van goudgele knoopjes op lange stelen hoog boven uit, zilverig glanzende blaadjes kruipen er onder langs; en, toen is de groote decorateur met klokjes gaan werken, met gewone blauwe boschklokjes.

O wat is dat een dankbaar materiaal! Ze staan er precies, waar ze 't het beste doen, ze hangen juist zoo, als je ze 't liefste zou hebben; verzet er geen enkele plant, verlang er geen bij en pluk er geen af; waar de natuur zoo iets schikt, zult ge 't toch nooit verbeteren.

In de tuinen van de villa's kunt ge nu wel veel grootere uitheemsche klokjes zien, blauwe, rose en witte; maar zoo los en bevallig als de wilde zijn ze toch niet. De massa bloemen is te groot voor elke plant, en dan staan ze nog binnen een grasrand gesloten, dicht opeengedrongen in een bloemperk als schapen in de kooi.

De kleuren zijn teer, dat is waar, maar de vorm doet aan een hooge kaasstolp denken.

Neen, dan zou ik, als 't om decoratie te doen is, in mijn buitentuin, andere gasten binnen halen en ze de vrijheid laten tusschen de heesters. Wij hebben in ons land campanula's, die, wat vorm en kleur aangaat, best tegen de uitheemsche op kunnen. In de Geldersche en Limburgsche bosschen, langs de beekjes en op ruigten, groeien 's zomers