Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/75

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

XI.

Onze wintervogeltjes.


 

Voor wie buiten de stad of bij een stadspark woont, is er geen mooier tijd om die vogeltjes te leeren kennen, dan het hartje van den winter. Vooral als het er een is met afwisselend strenge vorst, sneeuw en dooi weer.


Koolmees.


Dan hebben de diertjes 't zoo armoedig, dat de schuwste hun menschenvrees laten varen en tot vlak bij de huizen komen. Zonder scrupules van politiek-economischen aard kan ieder dan aan de wenschen van zijn medelijdend harte toegeven en wie er pereboomen op na houdt, behoeft in