Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/91

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

91

een ander mooi vogeltje in den kouden winter was verzorgd, als zij het in 't voorjaar hadden hooren jubelen, toen het mooie weer kwam, als hun daarbij veel goeds en moois van het diertje was verteld, en als de klasse daarna met den meester in 't park was gegaan om 't nu weer vrije beestje stilletjes te bespieden en zijn liedje te beluisteren,Tjiftjaf, op 2/3 van de natuurlijke grootte.
Tjiftjaf, op 2/3 van de natuurlijke grootte.
dan hadden die jongens dat niet kunnen doen, het diertje niet kunnen vermoorden, al was 't alleen maar omdat het zulke mooie oogjes heeft en zoo mak en lief kan zijn.

Als 't een musch was geweest, leefde het nog, die zijn er zoo veel; maar juist omdat het een roodborstje was, iets ongewoons, was het voor dien knaap een mooi schot, iets om op te pochen."

Laten wij den kinderen toch den eerbied voor het leven, voor 't mooie en geheimzinnige leven der natuur ingieten! Als we maar jong beginnen, gelukt het zeker. Ik weet het wel, dat is eigenlijk moederswerk en geen meesterswerk. Een goede zachte huiselijke opvoeding kan zoo iets veel beter doen, heeft meer succes; maar hoeveel moeders uit minder gegoede