Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/93

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

93

al hoog en hoogstens met een weinig verlaging van den toon om den anderen, wat eenigszins het effect maakt van tjif, tjaf, tjif tjaf, of soms met een verlenging als tjieffe, tjieffe, dan vindt u al spoedig het muschachtig gekleurde vogeltje; neem een tooneelkijker mee, als u gaat zoeken en let op 't fijne snaveltje. Dit, met het liedje, de geelgrijze borst en een lichte streep boven 't oog, maakt dat u niet missen kunt.

Het komt overal voor in tuinen en aan boschkanten, vooral waar water en wilgen in de buurt zijn. Altijd is het in beweging, hupt ook onder het tingelen van tak tot tak en als het een oogenblik niet huppelt, wipt het staartje toch op en neer. Ten overvloede hierbij een paar omtrekken met de pen genomen naar twee gekleurde afbeeldingen van den vogel, de beste die er bestaan. Een vogeltje, dat er bijzonder veel op lijkt, alleen iets geler borst en buikje heeft, en een minder eenvoudig en wat eentonig liedje zingt met een dalend en droefgeestig slot, komt één of twee weken later bij ons terug; dat is de fitis. Die is niet zoo algemeen als de tjiftjaf, maar komt in elke bosch- of parkstreek heel veel voor.