Pagina:Hertogenbosch en derzelver inwoners bij het begin der negentiende eeuw.djvu/65

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
( 57 )

Geen wonder, dat men edelmoedige en menschlievende daden 'er in het geheel niet acht. – Geen wonder, dat men ongevoelig is voor het ſchone. – Geen wonder, dat weinig gezond Menſchen–verſtand in die ſtreken gevonden word. – Geen wonder, dat bij den Meiërijënaar een ſterke trek heerscht naar het verſchriklijke, dat hij onmenschlijke tonelen met meer genoegen beſchouwt en hoort, dan de ſchoonſte verrigtingen, welke immer ten nutte van het Menschdom kunnen worden aangewend.

Naar dat een Kind word opgevoed,
Daar naar zo ſchikt het zijn gemoed.
Zuigt Romulus aan een' Wolvin,
Hij zuigt haar' roof- en moordzucht in[1]

  1. De Gezellige, I. Deel. Bl. 224.
LE-
D5