Pagina:Het Bouwbedrijf vol 006 no 009 p 179-181.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

181
BOUWBEDRIJF


[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 5. Futuristisch ontwerp voor een hotel. Arch. Virgilio Marchi.

[auteursrechtelijk beschermd]

Afb. 6. Futuristisch ontwerp voor een station. Arch. Virgilio Marchi.

Afb. 7. Het futuristische paviljoen voor de
architectuurexpositie der futuristen te
Turijn 1928. Arch. Enrico Prampolini.

 

1. De architectuur van de toekomst is de architectuur van de berekening, van de onverschrokkenheid en van de eenvoud: de architectuur van het gewapend beton, van het ijzer, het glas, het papier maché, kortom van alle materialen die er toe kunnen bijdragen hout, natuursteen, en baksteen te vervangen, ten einde een maximum van elasticiteit en lichtheid te verkrijgen.

2. Verre van de dorre combinatie onzer practische behoeften, zal de toekomstige architectuur kunst zijn, te weten synthese; zuiver beeldende uitdrukking.

3. De schuine en elliptische lijnen zullen het dynamisch karakter verhoogen. Deze bezitten uit hun aard een emotioneele kracht, die de verticale en horizontale lijnen verre overtreffen. Een uitsluitend dynamische architectuur zal niet kunnen bestaan zonder schuine en elliptische lijnen.

4. De van buiten aangebrachte decoratie is een absurditeit en zal moeten vervallen. De decoratieve waarde van de toekomstige architectuur zal bestaan in de bezielde toepassing van de oorspronkelijke dispositie van de verschillende materialen, hetzij naakt of beschilderd.

5. Onze voorgangers ontleenden hun beeldende inspiraties aan de elementen der natuur. Wat ons betreft, materieel en geestelijk reeds volslagen verkunstte menschen, wij zullen onze artistieke inspiraties aan de nieuwe, door ons zelf geschapen mechanische wereld, te ontleenen hebben. De nieuwe architectuur zal hiervan de zuiverste uitdrukking en de volmaaktste synthese zijn.

6. Onder architectuur te verstaan de kunst om bepaalde, reeds van te voren vastgestelde bouwonderdeelen volgens materieele nuttigheid te rangschikken, is een absurditeit.

7. De toekomstige architectuur daarentegen zal de architect een maximum van vrijheid en stoutmoedigheid laten, in harmonie met de mensch en zijn omgeving, opdat de materieele wereld de onmiddellijke projectie zal zijn van de geestelijke.

8. Architectuur op bovengenoemde wijze begrepen, zal natuurlijk niets te maken hebben met de plastische routine en de sleur, waardoor elke constructie reeds a priori in ontbinding en verval verkeert. De dingen moeten korter duren dan wijzelf. Elke generatie moet haar eigen stad bouwen, enz.

Ziedaar de voornaamste punten uit het beroemde architectuurmanifest. Uit de punten 2, 3 en 7 blijkt voldoende het essentieele verschil tusschen de nieuwe internationale en Italiaansche futuristische architectuur. Genoemde punten kunnen geen grondslag vormen voor een streng constructieve, elementair-beeldende architectuur, doch integendeel veeleer voor de willekeurig-aesthetische bouwkunst, waarin het voor alles op de invallen van de persoonlijkheid en op het uiterlijk effect aankomt. De vereering der elliptische en schuine lijnen in de architectuur zijn niet slechts in strijd met de meest economische constructiemethoden, doch tevens met het door de futuristen steeds gehuldigd beginsel der snelheid.
De snelheid, resultaat eener nieuwe pragmatistische levensopvatting is de grondoorzaak der mechanische perfectie en van de moderne intelligentie, die inde rechte lijn haar beelden uitdrukking vindt. Deze nieuwe openbaring der snelheden, waarop de rechte lijn zich baseert, moest dus wel het karakteristieke grondelement van de nieuwe stijl worden. De levensvatbaarheid en duurzaamheid van deze orthogane stijl is afhankelijk van de beheersching, niet slechts van de vorm, doch eveneens van de beheersching der architectonische middelen.
Reeds 17 jaar geleden in 1912 schreef ik de volgende regels neer „Waar op de grondslag der (uiterlijke) schoonheid de golvende lijn overheerschend was, daar versoberde zich de lijn op de grondslag der waarheid, tot dat zij op de nieuwe grondslag in de rechte lijn eindigen zal.”
Sindsdien is deze gedachte steeds klaarder geworden en vele hebben er een nieuw kunstbewustzijn in begroet. Eerst zeer veel later omstreeks 1917 grondde Mondriaan op de rechte lijn en het orthogonalisme een nieuwe algemeene aesthetiek, terwijl zooals bekend is het Hollandsche tijdschriftje „De Stijl” als eerste, deze gedachte collectief en in directe voeling met het practische bouwen verder ontwikkelde. Ontdaan van elke verdrooming en vaagheid groeide het nieuwe beginsel, gelouterd door de praktijk, tot een gezonde en reëele constructiemethode, welke thans in het internationaal geworden Elementarisme, haar beeldende en tevens historische voltooiing bereikt heeft. De waarheid van de uitspraak: „Genie n’est que de vitesse”, heeft zich in niets zoo zeer bevestigd als in de architectuur. Ondanks dat Sant Elia, gedreven door zijn latijnsche mentaliteit een architectuur van de inval en de willekeur predikt, vertoonen de strenge ontwerpen voor zijn „Citta Nuova” niets daarvan. Het zijn zuivere, zelfs „zakelijke”, door de macht van het ijzer in toom gehouden constructies, die het in alle opzichten winnen van de urbanistische droomerijen van een Corbusier of van de constructivistische lyriek der Russische architecten.
Er bestaat alzoo een wezenlijk verschil tusschen futuristische, dynamische en rationalistische, constructivistische architectuur.

(Wordt vervolgd.)