Vereering van den Eerbiedw. Pater Donders
Merkwaardige datums — 11. In Juli.
3 Juli 1842 schreef de Dienaar Gods Petrus Donders als assistent te Warmond een brief aan Mgr. Den Dubbelden over zijn eerste ervaringen in het praktisch priesterlijk leven te Warmond. Deze brief is als een kostbare relikwie in glas ingezet en wordt met zorg bewaard in het Redemptoristenklooster te Wittem. Gedeelten daarvan worden aangehaald in de Nieuwe Levensbeschrijving door Pater Kronenburg, bl. 61 enz. —
13 Juli 1900 werd in de Redemptoristenkerk te ’s Hertogenbosch door den Hoogeerw. Pater Provinciaal J. Meeuwissen een plechtige H. Mis opgedragen ter eere van den H. Geest, om het licht des Hemels af te smeeken over het proces der zalig- en heiligverklaring van den Dienaar Gods Petrus Donders, dat dien dag zou beginnen. De Bisschop van Den Bosch, Mgr. van de Ven, en geheel de kerkelijke rechtbank was daarbij tegenwoordig. Dienzelfden dag werd in het Redemptoristenklooster aldaar de eerste zitting van de rechtbank gehouden onder leiding van Mgr. van de Ven. —
13 Juli 1915 vaardigde de Ritencongregatie uit het zoogenaamde decreet de non cultu, waarin door Rome zelf geconstateerd werd, dat aan den Dienaar Gods Petrus Donders nooit eene vereering was gegeven in strijd met de wetten der Kerk. Men had hem wel als een Heilige beschouwd en aangeroepen, doch daarbij steeds de wetten der Kerk inachtgenomen. —
16 Juli 1839 verhuisde de Dienaar Gods met geheel het toenmalig Groot-Seminarie van Herlaar onder St. Michiels-Gestel naar Haaren. Beide plaatsen heeft de Eerbiedwaardige door zijne deugden geheiligd. Als Haaren weldra zijn eeuwfeest gaat vieren, moge zijn „Heilige” in volle glorie stralen. —
In den nacht van 26 op 27 Juli 1900 werd het gebeente van den Dienaar Gods voor ’t eerst te Batavia opgegraven, gelijk wij nog op bl. 66-68 van dezen jg. vermeldden. —
28 Juli 1900 had toen de bijzetting van het gebeente plaats te Paramaribo achter de sacristie der Kathedraal (zie bl. 67). —
31 Juli 1842 vertrok de Eerbiedwaardige Petrus Donders als missionaris van Amsterdam naar Den Helder om vandaar uit den volgenden dag scheep te gaan naar zijn dierbare Missie van Suriname. Hoe verlangde zijn apostolisch hart naar dat uur van scheiding, was het dan ook een uur van offer, om daar zielen te gaan winnen voor God, voor Christus!
