Pagina:Het Petrus Donders Tijdschrift vol 017 no 001 Vereering van den Eerbiedw. Pater Donders.djvu/6

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hij naar het nieuw gebouwde Seminarie te Haaren) zijn voorbe­reidingsjaren tot het priesterschap doorbracht. Parochie en ge­meente beschouwen het als een eer dezen toekomstigen „Heilige” der Kerk den „haren” te mogen noemen. Reeds is op 27 Oct. ’35, den verjaardag van den Eerbiedwaardige, vóór de parochiekerk een herinnering aan „’t heilig Peerke” aangebracht, voorloopig ’n gipsen beeldje onder een eikenhouten troontje, met daarnaast de woorden: Petrus Donders heeft hier te St. Michiels-Gestel als knecht en student van 1831 tot 1839 God heldhaftig gediend. In laudem Dei [1]. 27-10-’35.” Later zou dit eenvoudig beeldje door een meer kunstvol beeld vervangen worden. Intusschen worden reeds alle kerkbezoekers bij het voorbij gaan herinnerd aan den vroegeren heiligen knecht. Mogen zij Hem vereeren, moge Hij voor hen ten beste spreken. —
Het stoffelijk overschot van den Belgischen Apostel der melaatschen, Pater Damiaan, is van Molokai overgebracht naar België en daar op Zondag 3 Mei ll. met vorstelijke praal en vromen jubel ingehaald en daarna plechtig te Leuven bijgezet. Naar aanleiding daarvan is in de pers en elders de wensch geuit, dat ook het ge­beente van den Nederlandschen Apostel der melaatschen, den Eerbiedwaardigen Petrus Donders, geheel of althans gedeeltelijk van Suriname zou overgebracht worden naar Nederland, naar zijn ge­boortestad Tilburg, om daar in „zijn” Tilburg eene waardige vereering te ontvangen. Of deze wensch vervulbaar is, of althans feitelijk ooit vervuld zal worden? Wij vermelden hem als uiting van eerbied en liefde voor onzen grooten Pater Donders.


Gevraagd en Verkregen.

Reeds tweemaal openden wij in ons tijdschrift onder bovenstaanden titel eene reeks van gebedsverhooringen, om deze in de verschillende afleveringen van den jaargang te vervolgen. Zoovele personen toch namen tot den Eerbiedwaardigen Petrus Donders hun toevlucht, werden in hun geestelijke of tijdelijke nooden ver­hoord en wilden aan de Redactie en aan de Lezers van hun dank­baarheid blijk geven.
Voor den derden keer gaan wij thans dit werk beginnen en wel met dezelfde bedoeling, nl. eenerzijds tot eer van God en tot ver­heerlijking van Zijn Dienaar, anderzijds ook tot ons eigen voor­deel. Want naarmate wij de gebeden van anderen verhoord zien, zal ook ons vertrouwen op Pater Donders’ machtige voorspraak 6

  1. Ter verheerlijking van God.