Pagina:Het Vaderland vol 034 no 174.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Zaterdag 29 Juli 1902.
Vierendertigste Jaargang. — No. 174.
Bureel: PARKSTRAAT, No. 25, ’s Gravenhage. (Telephoon No. 213.)

Directeur:

C. A. M. VAN VLIET.



Abonnement:

Per kwartaal voor ’s Gravenhage ƒ 2,50
» » » de overige plaatsen in Nederl. fr. » 3,25
» » » België » » 4,00
» » » alle andere landen der Postunie » » 6,00
Voor O. en W. Indië bij vooruitbetaling per jaar . » » 24,00
Afzonderlijke nummers per editie 2½ Cent



Het Vaderland verschijnt dagelijks 2 maal behalve op Zon- en Feestdagen.

HET VADERLAND.

STAAT- EN LETTERKUNDIG NIEUWSBLAD.

Het Vaderlandt ghetrouwe
Blijf ick tot in den doot.

Wilhelmuslied.

Wekelijks verschijnt een MAIL-EDITIE van Het Vaderland bij vooruitbetaling f 10 per jaar franco naar alle landen.

Administratuer:

C. J. N. VAN BEIJEREN.



Prijs der Advertentiën:

Van 1—6 gewone regels met bewijsnummer . . ƒ 1,55
Elke regel meer » 0,25.
Aanvragen om betrekkingen per regel » 0,15.
Reclames per regel » 0,50.
Liefdegiften per regel » 0,10.
Dienstaambiedingen (à contant) per regel » 0,05.
Handelsadvertentiën bij abonnement groot rabat.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.


AGENTEN: Amsterdam SEYFFARDT’s Boekhandel Damrak 99, Rotterdam P. M. BAZENDIJK, Utrecht J. L. BEIJERS, Leiden S. C. VAN DOESBURGH, Delft J. WALTMAN Jr., Voorburg C. L. DAHL, Dordrecht H. R. VAN ELK, Haarlem H. N. MUL, Arnhem J. H. GROENEVELD, Zutfen F. STARINK, Parijs JOHN F. JONES & Co., Keulen a/R. RUDOLF MOSSE en HAASENSTEIN & VOGLER, Frankfort a/M. G. L. DAUBE & Co., Berlijn HAASENSTEIN & VOGLER.

Nieuwe Abonnés ontvangen heden af tot 1 Aug. „Het Vaderland” gratis.


Reis-Abonnementen.



De Administratie van HET VADERLAND is gaarne bereid om, tegen vergoeding van porto, aan geabonneerden, welke voor korten of langen tijd op reis gaan, de Courant na te zenden en behoeven zij daarvoor alleen opgave te doen van duidelijk adres.
Ook niet-geabonneerden kunnen zich, bij vooruitbetaling van ƒ0,70 per week voor buiten Nederland en ƒ0,40 voor in Nederland, op dezelfde wijze van de toezending van HET VADERLAND verzekeren.


Eerste Blad.


BUITENLAND.



’s GRAVENHAGE, 25 Juli.



Politiek overzicht.

Men vindt onder de telegrammen weer eenige berichten over kloosterstandjes in Frankrijk. Het laat zich echter niet aanzien, dat men dien strijd al te ernstig moet nemen. Dat is ook het gevoelen van hen, die in de onmiddellijke omgeving zijn en hersenen hebben om over de zaak te oordeelen. Te Parijs gebeurt niets bijzonders meer en men heeft het van het begin af als weinig meer dan een relletje beschouwd. Dwepers en levenmakers heeft men overal, maar in Bretagne en andere clericale broeihaarden, beschouwt men zulke lieden heel anders dan in de hoofdstad, waar het hoofddoel is zich te amuseeren en men bij voorkeur zich wendt naar de belachelijke zijde der dingen.
In een officieuse meedeeling laat de Regeering bij voorbaat verklaren, dat zij zich aan een protest van den Paus volstrekt niet storen zal en op grond van het concordaat weigeren er notitie van te nemen. Met zulk een meedeeling had men wel kunnen wachten tot het protest er was. Men weet tot heden er alleen van, dat de kranten zeggen, dat het in de maak is. Misschien laat de Paus het protesteeren over aan de bisschoppen, die met den aartsbisschop van Parijs aan het hoofd hun best hebben gedaan. Het is ook nogal moeilijk voor den Paus, om, waar hij vroeger de Fransche Republiek herhaaldelijk geprezen en aanbevolen heeft, nu een geschikten draai te nemen, ten einde haar te kunnen kastijden.
Wat het standpunt van de Fransche Regeering minder vast maakt, is, dat men ook aan de linkerzijde velen vindt, die het niet met haar eens zijn. Een wet, waarbij de zoogenaamde vrijheid van onderwijs werd ingetrokken, zou wellicht meer in den smaak vallen van de anticlericale meerderheid dan de sluiting van de kloosterscholen op een twijfelachtigen rechtsgrond. De vraag is, of de kloosterscholen, die reeds bestonden voor de invoering van vereenigingswet, ook verlof moesten aanvragen en dat ook de Staatsraad over dat punt verschillend dacht, blijkt wel uit het bevestigend advies, dat slechts met twee stemmen meerderheid werd gegeven. Maar dit daargelaten, wanneer nu straks aan de vergunning voor de scholen wel wordt aangevraagd en de Staatsraad volgens de wet de vergunning geeft, wat heeft de Regeering dan gewonnen? De scholen, die nu gesloten worden, zouden dan na de vacabtie, zij het ook onder een andere firma, heropend worden en men heeft veel gehad om niets; de anticlericale politiek heeft dan fiasco gemaakt.
Er komt bij, dat door de sluiting der geestelijke scholen duizenden kinderen — men zegt dertig — geheel van onderwijs verstoken zijn, want de Regeering heeft noch gebouwen, noch personeel om de kloosterscholen te vervangen. In vele gemeenten kent men geen andere dan kloosterscholen. Is het doel van de Regeering dus op grond van de anticlericale meerderheid der Kamer het clericale onderwijs te bestoken, dan is zij wel wat onberaden van wal gestoken.
Overigens is de heele zaak zeer overdreven voorgesteld. Immers wat blijkt bij nader onderzoek? Dat de meeste kloosterscholen vergunning gevraagd hebben en haar werk voortzetten op de gewone wijs. Te Parijs en omstreken hebben slechts vier of vijf kloosterscholen geweigerd aan het voorschrift der wet te voldoen.
De politierechtbank te Parijs veroordeelde zeven personen, die zich bij de betoogingen tegen de politie hadden verzet, tot geldboeten van 50 fr. en gevangenstraf tot drie maanden.
De correspondent van de „Times” te Kaapstad seint iets meer van de toespraak van Botha in de Hollandsche kerk te Kaapstad. De predikant Steytler hield een rede, waarin de politiek echter niet werd aangeroerd. Daarop volgden de toespraken van Botha en De la Rey. De eerste wees op de noodzakelijkheid van overeenstemming en samenwerking met de Engelschen; Zuid-Afrika moest uitsluitend het vaderland van de Boeren blijven. De la Rey’s toespraak kwam daarop neer: Wij hebben de mausers en de Boerenvlag begraven, maar geenszins onze tradities. Zoolang het Boerenvolk met ons is, hebben, wij alles. In dit verband lijken de toespraken minder agressief dan in het Reutertelegram.
„Ons Land” laat zich in het eerste nummer na de lange schorsing voorzichtig uit. Men leest daar: „De vrede heeft een zeer pijnlijk en belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van Zuid-Afrika afgesloten. Wij hopen, dat de inwoners, van welk ras zij ook zijn, zullen leeren elkander beter te verstaan en, onder voorbehoud van den eerbied voor zichzelf, op denzelfden voet zullen samenwerken voor de algemeene en voortdurende welvaart van een vereenigd Zuid-Afrika.”
Een telegram uit Cradock meldt, dat over de tweehonderd rebellen levenslang zijn veroordeeld tot verlies van kiesrecht. De officieren van de rebellen zullen er, zooals men weet, zoo licht niet afkomen. In Zuid-Afrika troost men zich wellicht niet zoo gemakkelijk over het verlies van kiesrecht als hier, maar is het verstandig van de Engelschen op die manier levenslang de herinnering levendig te houden aan dezen oorlog?
De Engelsche Koninklijke commissie, die de vonnissen, onder de krijgswet in Zuid-Afrika gewezen, zal hebben te onderzoeken, zal heel wat werk hebben. Volgens de officieele lijsten van 1900 en 1901 zijn er 49 doodvonnissen uitgesproken en voltrokken. Die doodem zal men wel laten rusten, maar er zijn 393 mannen veroordeeld tot verbanning voor het leven en 1150 tot kortere straffen. Deze gevallen moeten allen door de commissie worden onderzocht om na te gaan of er aanleiding kan bestaan de straffen kwijt te schelden of te verminderen, — zeker wel de omslachtigste weg, dien men kiezen kon en in elk geval de minst praktische.
De Parijsche correspondent van de „Times” ontving een brief van een Engelsch officier, waarin men o. a. leest: Het is interessant met de Boeren, die in het district tegen ons gevochten hebben, te praten. Zij bluffen volstrekt niet, ofschoon, zij ons meer dan eens sinds ik hier ben verslagen hebben. De mannen, die tot het laatste hebben volgehouden en zich nu overgegeven, zijn de knapst uitziende mannen, die men zich denken kan, allen goed gebouwd, flinke jongens, die u recht in het gezicht zien en spreken als mannen. Geloof niet de helft van de verhalen, die ge over brutaliteit van de Boeren hoort. Zij waren uiterst vriendielijk voor onze gewonde gevangenen en zijn nu groote vrienden van onze soldaten.
Uit Durban wordt gemeld, dat een gemengde commissie, bestaande uit een vertegenwoordiger van Natal, een van Transvaal en een van de Rijksregeering, benoemd is om de nieuwe grens tusschen Natal en Transvaal af te bakenen. Het belangrijkste punt schijnt of Wakkerstroom Natalsch zal worden.
De Brusselsche „Petit Bleu” heeft zich boos gemaakt op Joe, omdat hij over dr. Leyds zich zoo minachtend uitliet, sprak van „zulke lieden”. Op zulk een toon, schrijft het blad, spreekt de gewezen Birminghamsche schroevenfabrikant over den gezant der Boerenrepublieken! Het individu met het oogglas, die tot in het merg zijner nieren bedorven is, vergat, dat dr. Leyds hem om geen verlof naar Zuid-Afrika gevraagd had.
In het Engelsche Lagerhuis verscheen gisteren John O’Donnell, juist uit de gevangenis ontslagen, waarin, hij eenigen tijd had moeten doorbrengen, beschuldigd van aansporing van Iersche pachters om hun pacht niet te betalen. Hij werd door de Iersche leden dapper toegejuicht en John Redmond nam nog eens de gelegenheid waar, om een rede te houden tegen de in Ierland gevolgde politiek, zooals ze door George Wyndham geleid wordt. Deze antwoordde, dat het naar zijn meening een zeer ongunstig oogenblik zou zijn, om nu de grondslagen eener nieuwe politiek voor Ierland vast te stellen.

VERSPREIDE BERICHTEN



— De ongerustheid over Koning George van Saksen is hieraan te wijten, dat hij reeds sedert jaren een hartkwaal heeft, die door elke complicatie verergert en noodlottig kan worden. De laatste berichten zijn intusschen gunstiger.



— De Grieksche Koning, trouw bezoeker van Aix-les-Bains, is, daar aankomende om zijn gewone kuur te doen, door de bevolking met gejuich ontvangen.

— Prins Komatsu, broeder van den Keizer van Japan, is te Berlijn aangekomen.

— Prins Frans Jozeph van Braganza en zijn drie plebeïsche mede-beklaagden in het verdachte avontuur te Londen zijn door het politiehof van Southwark allen naar de openbare terechtzitting verwezen[.]



— Vriendelijke ruilhandel. — Men meldt dat Lord Kitchener het plan heeft een geschenk aan de City van Londen aan te bieden. Men voegt er nog niet bij waarin ’t zal bestaan[.] Misschien een of andere schitterende voorstelling van de heldenfeiten der Londensche vrijwilligers in Zuid-Afrika.



— Uit Tokio is een Japansch ambtenaar naar Marcuseiland vertrokken om het voor het Japansche Rijk in bezit te nemen. Met hetzelfde doel vertrok 11 Juli een Amerikaansche schoener naar Honolulu.



— Het coöperatief congres te Manchester heeft bijna een geheele zitting gewijd aan de bespreking van verschillende voorstellen nopens het woningvraagstuk. De Belgische, Nederlandsche en Duitsche afgevaardigden gaven uitvoerige bijzonderheden over de coöperatieve bouw-ondernemingen in hun land, terwijl sir Hugh Gilzeam Reid over de welgeslaagde woning-coöperatie te Edinburg sprak en mr. Ralph Neville een schets gaf van villa-bouwplannen op coöperatieven grondslag. Er werd ten slotte een motie aangenomen, waarbij het congres coöperatie verklaart voor het beste stelsel om den werkman goede woningen te verzekeren en de coöp. vereenigingen in alle landen worden uitgenoodigd aan dit onderwerp haar bijzondere aandacht te wijden; voorts werd beslist, dat het verleenen van voorschotten aan coöperatieve vereenigingen voor dit doel, met gelden door werklieden in spaarbanken belegd, als onderpand, een gerechtvaardigd stelsel is te achten.



— De internationale conferentie tot beteugeling van den handel in blanke slavinnen, heeft de conclusies aangenomen, door de commissies ad hoc voorgesteld ten aanzien van de tegen den ongeoorloofden handel te nemen voorzorgs- en bestraffingsmaatregelen en ten aanzien van voorschriften voor het terugvoeren van meisjes naar hun vaderland. Deze conclusies zullen thans door een bijzondere commissie in den, vorm eener conventie worden gegoten.



— Glasgow heeft aan de stedelijke telephoon-installatie 192.000 pd. st. ten koste gelegd; over het eerste exploitatiejaar is 38.000 pd. st. ontvangen en een winst gemaakt van 434 pd. st.



— Wij vinden vermeld dat het Belgische spoorwegbestuur binnenkort een proef zal nemen met een stelsel van draadlooze telegraphie, uitgedacht om botsingen te voorkomen. De receivers zouden boven op den trein worden geplaatst, maar hoe of men overigens het stelsel wil toepassen, wordt er niet bij verteld.



— 9 Aug., de a.s. kroningsdag van Koning Edward, is het Bank holiday.



— De nalatenschap van lord Kimberley bedraagt ruim 250.000 pd. st.



— Nieuwste trust-bericht. — Buffalo Bill, Barnum en Bailey en Forepauch en Sells, de drie grootste Amerikaansche circus-eigenaren, onderhandelen over een combinatie, met het doel om beurtelings gedurende twee jaren resp. in Amerika, Duitschland en Engeland voorstellingen te geven, zonder onderlinge concurrentie.



— Uit Berlijn wordt gemeld, dat de vrouwelijke doctor in de scheikunde, Elise Neumann, ten gevolge van een ongeluk in haar laboratorium is bezweken. Zij was nog geen dertig jaar oud.

— Te Lausanne staat terecht de markies De Lagoy, wegens poging tot moord op zijn schoonvader, die hem geweigerd had zijn kinderen te zien. De markies was nl. bij rechterlijk vonnis uit zijn vaderlijke rechten ontzet. De beklaagde werpt de schuld van de oneenigheid in zijn gezin op zijn schoonvader.



—Te Braïla, aan den Donau-oever, op 160 KM. van de Zwarte Zee, is de builenpest verschenen, vermoedelijk aangebracht door een schip uit Alexandrië.



— De veroordeelde Exner heeft tegen het hem tot 5 jaren tuchthuisstraf en 5 jaren verlies van burgerschapsrechten uitgesproken arrest in het proces tegen de Leipziger Bankzwendelarijen, revisie aangeteekend; Gentsch, die tot 3 jaren gevangenisstraf is veroordeeld, heeft zich het recht om in revisie te komen, nog voorbehouden.



— Voor de zooveelste maal heeft de Portugeesche politie, nu weder te Lissabon, een fabriek van valsche Portugeesche en buitenlandsche banknoten ontdekt. De Portugeesche bank is voor een millioen benadeeld. Het schijnt, dat de valstche munters een „filiaal” te Madrid hebben.



— Een Reuter-telegram uit Hongkong meldt, dat een inlandsch vaartuig op de Westrivier is omgeslagen en 200 personen daarbij zijn omgekomen.



— Op den Mexicaanschen Centraalspoorweg is Dinsdag jl. nabij El Paso een trein door drie roovers overvallen. Zij maakten zich van de brandkast in den bagagewagen meester en gingen met een waarde van 53.000 dollars aan den haal.



— Bij een schietwedstrijd te Bruyères bij Rouaan wilde een Belgisch schutter zich overtuigen of de haan van zijn geweer goed werkte. Hij drukte er op, terwijl hij den loop naar den grond gericht hield. Het schot ging af en wondde twee menschen aan het been.



— Zooals het gewoonlijk gaat bij ernstige scheepsongelukken, is ook ten aanzien van de aanvaring op de Elbe strijd ontstaan over de vraag, wie voor het gebeurde verantwoordelijk moet worden gesteld. Wie de verhalen onbevooroordeeld leest, moet tot de schuld van de „Primus” besluiten — maar dat zal de Pruisische justitie wel uitmaken, die de zaak nu in handen heeft. Naar uit Hamburg aan de „Lok. Anz.” wordt geseind, is de „Primus”, onder leiding van den duiker Bechedorf, met veel moeite eindelijk gelicht. Het schip is gisteren bij Waltershof op het strand gezet. Te Nieustedten en omgeving zijn 26 lijken geborgen. Het grootste gedeelte is reeds door familie afgehaald. De lijken, die heden nog niet herkend zijn, worden voorloopig te Nieustedten begraven. Men verwacht dat er van nu af vele lijken aan het strand zullen aandrijven, dat steeds zorgvuldig wordt bewaakt. Ondanks de verzekering van Reuter, dat het aantal slachtoffers nu „endgültig” 112 bedraagt, schijnt toch nog te worden betwijfeld of dit getal wel vaststaat.



— Betreffende het ongeluk in het kamp van Satory wordt het volgende gemeld:
Er werden proeven genomen betreffende de expansie van het kruit. Met dit doel waren 250 kilo’s kruit in een uitholling in den grond bijeengebracht. De ontploffing zou worden teweeggebracht door een electrisch te ontsteken dynamietpatroon. Het sein werd gegeven, maar er volgde geen ontploffing. Luitenant Henry kwam toen bij het kruit om te kijken wat de oorzaak was en ook anderen kwamen uit nieuwsgierigheid naderbij. Op dat oogenblik had de ontploffing plaats. De uitwerking was vreeselijk. De luitenant en een adjudant, benevens twee onderofficieren, werden op slag gedood. Twee der ernstig gewonden zijn spoedig bezweken. Nog 15 gewonden zijn er bovendien, van wie enkelen het gezicht zullen moeten missen, terwijl van drie hunner de toestand hopeloos wordt geacht.

TELEGRAMMEN

PARIJS, 24 Juli. — Verschillende bladen beweren dat de Paus het voornemen heeft aan de Fransche Regeering een protest te zenden tegen de uitvoering van de wet op de congregaties.
Het is weinig waarschijnlijk dat zulk een protest wordt uitgevaardigd, het zal althans niet door de Fransche Regeering worden aanvaard. Deze heeft den Heiligen Stoel doen weten dat zij, krachtens het concordaat, weigert in debat te treden omtrent deze zaak.

PARIJS, 24 Juli. — De „Liberté” verhaalt dat gisterenavond in den omtrek van Quimper ernstige incidenten zijn voorgevallen. De boeren van het land trokken naar de stad en begaven zich naar de prefectuur om te protesteeren tegen de uitzetting van de zusters. Na het bezoek aan de prefectuur liepen de boeren, die de ruwe uitzetting wijten aan den afgevaardigde Lebail voor diens woning te hoop en wierpen daar de ruiten in. De politie en de gendarmen moesten optreden, waarop een ernstige vechtpartij volgde.

BREST, 24 Juli. — Tegen de sluiting der geestelijke scholen wordt in Finistère een ernstige tegenstand georganiseerd. Er zijn eenige daden van geweld gepleegd. De zusters sluiten zich in de scholen op. De inwoners bewaken haar in afwachting van de komst van gendarmerie.

LANDERNEAU, 24 Juli. — Te Ploudaniel, Folgoet en St. Meten verklaarden de zusters tot de gendarmen dat zij slechts voor geweld zullen wijken.

VERSAILLES, 24 Juli. — Bij de proeven over de uitzetting van buskruit voor de geniesoldaten had onverwacht een ontploffing plaats. Een luitenant en vier onderofficierem zijn gedood, vijftien man zijn zwaar gewond.

LONDEN, 25 Juli. — De „Times” verneemt uit Johannesburg, dat de Regeering uit de Boeren eenige op den voorgrond tredende landbouwers koos om ze de Engelsche kolonies te doen bezoeken en daar de wetenschappelijke landbouwmethode te bestudeeren. Een eerste groep zou deze week naar Canada vertrekken, een andere gaat de volgendemaand van Ceylon naar Australië en Nieuw-Zeeland.
Men verwacht, dat alle krijgsgevangenen in het einde van November in Zuid-Afrika terug zullen zijn.

CRADOCK, 24 Juli. — 229 rebellen, voor het meerendeel vroegere soldaten in Fouche’s commando, zijn schuldig bevonden aan hoogverraad en veroordeeld tot verlies van kiesrecht voor het leven.

LONDEN, 25 Juli. — De „Times” verneemt uit Montreal van 23 dezer, dat men verneemt, dat op verzoek van de nu te Londen aanwezige Canadeesche Ministers, de Canadian Pacific Spoorwegmaatsch. Woensdag seinde, dat zij aanbood wekelijks een snellen passagiersdienst in te stellen tusschen Quebec en Liverpool in den zomer, en Halifax-Liverpool in den winter, tegelijk met een vrachtdienst van moderne stoombooten.

BELGRADO, 24 Juli. — De Skupchtina heeft tot voorzitter gekozen den anti-ministerieel Stanoyevitch. Dientengevolge heeft ’t Ministerie zijn ontslag aangeboden.

TRIPOLIS, 24 Juli. — De Italiaansche oorlogsschepen „Cicilia”, „Umberto”, „Vareee”, „Garibaldi” en „Agordat” zijn hier aangekomen.


BINNENLAND.


’s GRAVENHAGE, 25 Juli.



Twee tentoonstellingen.


Het is in den laatsten tijd vrijwel regel geworden, dat elke tentoonstelling, ook de meest onbeduidende, wordt aangekondigd met de ruimste en nieuwste hulpmiddelen der moderne reclame, wordt aangekondigd met zooveel ophef, dat teleurstelling niet kan uitblijven en de bezoeker bij ’t binnentreden onwillekeurig laat hooren een wrevelig: „is dat nu alles!” Een andere kenmerkende eigenschap van de meeste tentoonstellingen is ook dat ’t eigenlijk doel der expositie op den achtergrond wordt geschoven, dat de wedstrijd der kunsten bijzaak en de gelegenheid tot ontspanning hoofdzaak wordt.
’t Doet daarom goed nu eens melding te kunnen maken van een tweetal tentoonstellingen, die niet ontaard zijn in een kermesse d’été en bij welke ook niet door een opgeschroefde reclame overdreven voorstellingen zijn gewekt. De eerste is de aardrijkskundige tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam; de tweede is de visscherij-tentoonstelling te Katwijk aan Zee.
Toen in ’t vorig jaar de Vereeniging van Leeraren aan Inrichtingen van Middelbaar Onderwijs te Haarlem haar algemeene vergadering hield, werd besloten in den zomer van 1902 te organiseeren een tentoonstelling van hulpmiddelen bij het aardrijkskundig onderwijs. Het doel daarbij was om beter te doen kennen de methode en strekking van het onderwijs in aardrijkskunde en tevens aan belangstellenden een volledig overzicht te geven van de groote verbetering in de leermiddelen. Dit doel is volkomen bereikt.
Het zevental zalen in ’t Stedelijk Museum is gevuld met een schat van leermiddelen, globes, landkaarten, atlassen, plaatwerken en reliefs, meerendeels ingezonden door binnen- en buitenlandsche uitgevers, terwijl ook particulieren en enkele instellingen, als het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, het Ned. Schoolmuseum, de Rijkslandbouwschool, de Maatsch. tot Nut van ’t Algemeen enz. medewerking verleenden.
’t Ligt niet op onzen weg om te treden in een vergelijking der tentoongestelde voorwerpen. De meerdere of mindere volkomenheid van een atlas, van een globe of landkaart hangt geheel en al af van ’t doel dat met het onderwijs in aardrijkskunde wordt beoogd. Wie de staatkundige verdeeling der landen als ’t voornaamste beschouwt, zal bijvoorbeeld geheel andere eischen stellen dan hij, die een sprekende voorstelling wenscht der vormen, van het land, of die in den kleinst mogelijken tijd de grootst mogelijke hoeveelheid namen van steden en dorpen, van rivieren en kanalen „er in pompen” wil. Maar, en dat is wellicht de grootste verdienste van deze tentoonstelling, wie zich nu een voorstelling heeft gevormd van de te volgen methode, zal hier kunnen zoeken en vinden de leermiddelen, die ’t allerbest passen in zijn leerplan.
En daarom komt ’t ons voor, dat allen, die eenigermate betrokken zijn bij ’t onderwijs der jeugd (niet alleen de onderwijzers, maar allen, die inderdaad opvoeders willen zijn) niet mogen nalaten een bezoek te brengen aan deze geographische schatten.
Maar ook voor hen, die tot opfrissching van ’t eigen weten nog wel eens willen neuzen in kaarten of gravures, is er leerstof in overvloed. ’t Beste dat ooit verscheen op ’t gebied der Nederlandsche cartographie is aanwezig; daarvoor zorgden onze uitgevers wel. En uit ’t buitenland kwamen hoogst belangrijke inzendingen, o. a. van de bekende firma’s Justus Perthes (Gotha), G. B. Paravia en Co. (Turijn), W. en A. R. Johnston (Edinburgh en Londen) en Hachette en Cie. (Parijs).
In afzonderlijke afdeelingen zijn bijeen verzameld de inzendingen betrekking hebbend op handels- en landbouwaardrijkskunde, Palestina, Zuid-Afrika en Indië. In deze laatste afdeeling trekken zeer de aandacht twee groote kaarten van Java, beide in fraaie omlijsting. De eerste is een cultuurkaart met bijgevoegde photo’s, die een duidelijk beeld geven van grondbewerking en plantengroei op Java. De tweede is een spoorwegkaart met een aantal afbeeldingen van de landstreek door den spoorweg doorkruist. Een niet minder merkwaardige afdeeling wordt gevormd door de particuliere inzending van prof. Gallée te Utrecht, nl. een vrij uitgebreide verzameling van schetsen, teekeningen, photo’s enz. van Nederlandsche boerenhuizen en hun bewoners. Eigenaardig is vooral hierbij, dat gebouwen in N.-Amerika en Z.-Afrika niet alleen aanwijzen de Nederlandsche afkomst, maar zelfs het gewest en de landstreek.
Om begrijpelijke redenen is ’t meerendeel der inzendingen hier tentoongesteld om getuigenis af te leggen tot welk een hoogte in den laatsten tijd opgeklommen is de wetenschappelijke waarde der leermiddelen. Een aardige afwisseling wordt door enkele inzendingen gegeven, die een kostbaar materiaal zijn voor de kennis van ’t verleden. Daartoe zijn o. a. te rekenen:
Remarkable maps of the XVth, XVIthe and XVIIth century, 4 portefeuilles, eigendom van Fred. Muller en Co. te Amsterdam.
De vermaerde Koopstadt van Amstelredam, door Cornelis Anthoniszoon, 1544, eigendom der Kweekschool voor D. en O.
Provisioneel concept, ontwerp ende voorslach, dienende tot de bedijckinge van de groote water meeren 1641, eigendom van het Kon. Aardrijkskundig Genootschap.
Joannes Blaeu, Atlas Major 1652, 11 deelen, eig. van ’t Aardr. Gen.
Kaart van Hollands Noorderkwartier in 1288, door W. Kloeke, uitgever J. J. Tijl te Zwolle.
Acht historische kaarten van Italië (Carte Storiche d’Italia), weergevend Italië van af den tijd der Longobarden tot het eind der vorige eeuw.
Met deze vermelding worde hier volstaan. Het is ons gebleken, dat de „aardrijkskundige” tentoonstelling te Amsterdam nog maar spaarzaam werd bezocht. Ze wekt niet zulke groote verwachtingen als die te Antwerpen, ze zal ook niet kunnen worden als zoovele andere tentoonstellingen een plaats van louter ontspanning, een „rencontre” van de pretmakende en uitgaande wereld. Maar wel kan ze iets, ja veel zijn voor hen, die het nuttige en het aangename willen vereenigen.

Van de nieuwe stadswijk rondom het Stedelijk Museum te Amsterdam gaan we naar Katwijk aan Zee, waar ook een wedstrijd der kunsten de belangstelling van het publiek vraagt en verdient. Daar is ietwat wonderlijk gecombineerd een tentoonstelling van visscherij en van schilderijen. Begrijpelijk wordt dit echter als we overwegen, dat enkele te Katwijk wonende schilders, geholpen door kunstbroeders en kunstzusters uit andere plaatsen, aan de visscherijtentoonstelling meer luister hebben bijgebracht door een kunstafdeeling te ontwerpen. Deze werd reeds door meer bevoegde pen beschreven; bepalen we ons nu tot de afdeeling visscherij.
Het schijnbaar zoo eenvoudig visschersbedrijf vordert voor zijn uitrusting en zijn materialen zoo velerlei waren en stoffen, dat zonder eenige moeite, zonder eenig gevaar voor eentonigheid kan worden gevormd een tentoonstelling uitsluitend op visscherijgebied. En men heeft dan te Katwijk ook vrijwel alles bijeengebracht; van af de wollen trui en de klompen van den visscher tot de groote scheepsnetten, de takelage en de zeevaartkundige instrumenten voor het vaartuig is alles te vinden on het tentoonstellingsgebouw.
Dat de visscherij niet bloeit is bekend, dat de zeilvaart meer en meer plaats maakt voor de stoomtrawlers eveneens en het is ook als bekend te veronderstellen, dat menige industrie, welke met de visschrij samenhangt, er de lasten van ondervindt. Zoo noemen we bv. de zeildoekweverij, de touwbanen en de nettenfabricage. Toch vinden we op dit gebied nog zeer mooie inzendingen, uitmuntend door degelijkheid van grondstof en bewerking, zich in dit opzicht wel eens gunstig onderscheidend van het goedkooper buitenlandsch fabrikaat. Zoo vindt men in een eenvoudige vitrine een collectie echt Hollandsch zeildoek (met de hand geweven) van de firma D. Van Leyden en Zoon, te Krommenie. Mooi zijn ook eenige touwinzendingen, touw als het fijnste draad en daarnaast touw zoo dik als een forsche gespierde hals. Van de inlandsche touwslagerijen zonden in N. J. Lankhorst en Zoon, te Sneek, W. Tom en Zonen, te Moordrecht, en G. Van der Lee, te Ouderwater. Netten, kleine schepnetjes zoowel als groote sleepnetten vindt men bij verscheidene leveranciers van visscherijartikelen naast andere waren, zonder dat het is te zien of men binnen- of buitenlandsch fabrikaat voor zich heeft.
Naast twee groote buitenlandsche fabrieken (W. J. Knox Ltd. te Kilbernie, Schotland, en de nettenfabriek Itzehoe in Holstein) maakte een goed figuur de firma Jaeger & Co. te Leiden met haar machinaal gebreide netten.
Klein is maar het aantal inzendingen van producten der visscherij, ansjovis, gepelde garnalen, rolmops enz. zijn geëxposeerd door de Brouwersche Inmakerij te Brouwershaven, de Maatschappij „Da Schelde” te Bergen-op-Zoom, en door den heer H. Kikkert, te Vlaardingen. Scheepsinstrumenten, kompassen, seinlantarens enz. waren ingezonden, behalve door den Staat der Nederlanden, ook door de firma’s J. H. Joosten, te Dordrecht, en F. J. Kloos en Zoon, te Rotterdam. Niet minder dan 4 firma’s zonden verband- en medicijnkisten, voor eerste hulp bij ongelukken. Hoe keurig die kisten ook zijn ingericht en gevuld, toch stemt het droef, dat het visschersbedrijf zooveel gevaar meebrengt, waarvan de ruime uitstalling van verbandmiddelen weer een bewijs heeten kan. De bewuste medicijnkisten, huisapotheken of hoe men ze noemen wil, waren ingezonden door de firma’s K. W. G. De Bosson, te Dordrecht, Brocades en Stheeman, te Meppel, de Koninklijke Fabriek van Verbandstoffen te Amsterdam en G. A. Maini, te ’s Gravenhage.
Collectieve inzendingen en daarbij zeer mooie waren opgesteld door een zevental afdeelingen van de Vereeniging tot bevordering der Visscherij. Deze afdeelingen zijn Katwijk, Maassluis, Scheveningen, Oude schild op Tessel, Urk, Volendam en Wieringen. De Scheveningsche inzending bestond o. a. uit een voorstelling en relief van de Visschershaven, voorts uit visscherij-attributen en scheepsmodellen.

R.

Bloemententoonstelling te Zeist.



Uit Zeist wordt gemeld, dat reeds een aanvang is gemaakt met de werkzaamheden op Kersbergen voor de op 10, 14 en 15 Augustus aldaar te houden groote nationale tentoonstelling van bloemen, planten, vruchten, groenten, land- en tuinbouwgereedschappen. Over den vijver, die het opgaand bosch van zware beuken en eiken van de open grasvelden scheidt, wordt nl. tusschen de twee reeds bestaande bruggen nog een mooie groote rustieke brug gebouwd, welke dan een verbinding wordt tusschen het gedeelte waar muziektent, consumtietent, bestuurstent etc. zullen staan en het open park waar de meeste inzendingen zullen te zien zijn, en dat omgeven wordt door een vierkant van linnen tenten en tenten van ramen gebouwd.
In de Ned. tuinbouwwereld wordt van deze tentoonstelling zeer veel verwacht, waar het breed opgevatte program dan ook wel reden voor geeft. Op 1 Augustus a. s. sluiten de inschrijvingen bij den 1n secretaris, den heer Th. A. B. De Joncheere, 11 Utrechtsche Straatweg, Zeist.