Naar inhoud springen

Pagina:Het Vaderland vol 061 1929-12-23 Avondblad KUNST EN LETTEREN.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

NEDERLANDSCH-INDIE


Telegrammen van 21 December.


T. J. LEKKERKERKER. †

Batavia. Alhier is overleden de heer T. J. Lekkerkerker, hoofdambtenaar bij het Kantoor voor de Volkslectuur. (Aneta)



TELEFOONVERBINDING JAVA—DUITSCHLAND.

Bandoeng. De openbare telefoondienst Java—Duitschland wordt Maandag 23 December om half vier geopend. (Aneta)



AANSLAG OP EEN ASSISTENT.

Medan. Een contractkoelie heeft op de onderneming Poeloe Banding een aanslag gepleegd op een assistent. De assistent maakte een aanmerking op een zestal koelies, die met hun werk ophielden om te gaan eten, hoewel de vrije tijd voor den maaltijd nog niet was aangebroken. Een mandoer wist nog juist den aanvaller diens tapmes te ontrukken, waarop de Javaan zijn parang greep om daarmede opnieuw aan te vallen. De mandoer wist hem ook dit wapen uit de hand te rukken. De assistent is ongedeerd. De koelie vluchtte na zijn daad. Des avonds werd hij echter gevat. Bij het verhoor verklaarde hij „sakit hati” te zijn geweest, omdat de assistent hem zijn theeflesch uit de hand had geslagen bij het toedienen van de vermaning. (Aneta)



AUTO-ONGELUK.

Medan. De assistent van de ond. Wingfoot Wachter en zijn echtgenoote zijn ernstig gewond bij een aanrijding tusschen hun taxi en wen ossenkar. (Aneta).



DE ADMINISTRATEUR VAN MALABAR.

Medan. De heer C. M. Verloop, administrateur van Malabar, heeft het voornemen in Maart a.s. te repatrieeren. (Aneta).



PERSONALIA.

Buitenzorg. 21 Dec. Gouverneur van Gulik is met 1 Jan. benoemd tot gouverneur van de provincie Midden-Java; Verl. eerv. ontsl. op verz. aan Raden Mas Adipati Ario Reksonegoro, regent van Tegal, onder dankbetuiging; Als zoodanig benoemd Raden Mas Soesmono, alias Roksoharsono, met den ambtstitel Toemenggoen. (Aneta).

Batavia, 21 December. Verl. eerv. ontsl. met 31 Maart aan den insp. Oudheidk. dienst P. J. Perquin; Verl. 9 mnd. verlof met 2 Februari instede van Mei aan den subst. griff. b. d. R. v. J. te Soerabaja mr. M. C. van Eck; Ben. tot hoofdcontr. der Post. A. van Manen Berends, A. S. J. Brouwer, Anthonijsz., C. Plate, E. H. Beyer. W. A. D. J. J. Lefeber, T. T. Knoefel, J. van Nieuwenhuizen, J. A. Smits, P. A. A. van Daalen, J. C. Mol, W. F. L. Bogaardt, A. J. W. Bronkhorst, S. L. F. Catalani; Ben. tot insp. S. S. G. A. Degens; ben. tot ing. 1e kl. 5. S. ir. A. P. Mioulet. (Aneta).

Dordrecht’s kinderarts
TEN BOKKEL HUININK
benoemd tot professor te Batavia.

KUNST EN LETTEREN



MAURICE SIJS.


Bij d’Audretsch.


Sijs, de Belg, is een goed colorist, een kundig schilder van landschappen, een man van smaak. Zijn schilderijen zijn aangenaam voor het oog, aangenaam van kleur, knap en rustig geschilderd, niet peuterachtig. Zijn visie van de blanke zeilen over ’t wijde water, in den gouden ochtendmist, een paar besneeuwde sloepen aan den beschaduwden oever, op het vóórplan, is zelfs mooi. En zoo zijn er meer voortreffelijke werken van Sijs te genieten: het besneeuwde visschersdorp onder de stormachtige avondlucht, het Zuidelijke schilderij naar oude, gele huizen tegen een sterk blauwe lucht, de groene avondhemel boven het stille, vlakke water, waar een scheepje rank over heen zeilt.
Dit alles is erg te waardeeren. En toch mis ik iets. Toch mis ik dat, wat bv. Tholen heeft in dergelijke motieven: de innerlijkheid, de poëzie, iets ondéfinieerbaars, dat toch beslissend is:
Men blijft deze werken waardeeren om de mooiheid van kleur, om de harmonie van toon en compositie, maar men is geen oogenblik gelukkig en ontroerd. Men blijft zulk werk objectief bekijken. Men vereenzelvigt er zich niet mee. Er is een onbestemd iets, dat ons een gevoel geeft met een mooie banaliteit te doen te hebben.
Een uitzondering vormt een schetsmatige impressie van een stormachtige, grauwe, schuimende zee, onder zware lucht. Dit schilderij is niet zoo beheerscht als de andere, maar er is iets bij gevoeld en beleefd. Men komt daarvan onder den indruk. Het is, of de schilder zich zelf vergat, toen hij dit, in ontroering, schilderde. Juist dit zichzelf-vergeten: daar komt ’t eigenlijk alles op aan!
Dit zelfde vind ik ook even terug in een klein, blank schilderij van de Zuiderzee. Wind en zon. De golven dansen, schuimend, onder het klare tintellicht, tot ver naar den horizon. Het is een uiting van argeloosheid, van overgave, van kinderlijke blijdschap.

Just Havelaar.


SCHÖNBERG

Arnold Schönberg heeft het groote Preludium en Fuga in Es dur voor orgel van Bach voor groot orkest bewerkt. Te Berlijn is het stuk gespeeld onder leiding van Wilhelm Furtwängler, te Weenen onder die van Anton von Webern.
Verschillende critici uiten hun bewondering voor dit werk, dat inmiddels bij de Universal Edition te Weenen verschenen is.
„Schönberg”, zegt Dr. Urban, de criticus van de Berliner Zeitung am Mittag, „heeft aan het werk van Bach niets veranderd, er geen noot bijgemaakt, en geen noot weggelaten, maar de kleuren zijn sterker geworden en met alle middelen van het moderne orkest is een geheel ontstaan, dat slechts met het woord geweldig gekenschetst kan worden.”

NIEUWE KUNST EN NIEUWE MENSCHELIJKHEID.


(Ingezonden.)


Geachte Redactie!

Vergunt u mij naar aanleiding van Just Havelaars zeer gewaardeerd artikel [1] over de in Pulchri Studio geëxposeerde werken van Parijsche schilders, eenige opmerkingen te maken? Het komt mij voor, dat hierin eenige punten nadere opheldering behoeven. Zoo bv. de kwestie der „verdrukte menschelijkheid” in de moderne schilderkunst. „Er wordt al te veel over het hoofd gezien. En in deze kunst blijft al te veel menschelijkheid verdrukt, schrijft de heer Just Havelaar. Doch wat verstaat de schrijver feitelijk onder „menschelijkheid”? Wat geldt hier als maatstaf en waar en hoe realiseert zich deze?
Wij allen schermden, op het Tolstojaansche paard gezeten, ongeveer 15 jaar geleden met dit gevaarlijke wapen der menschelijkheid tot de wereldoorlog ons voor de feiten stelde. Wij begrepen, dat we slechts met ’n „woord” geschermd hadden. Wij hadden in ons idealisme twee zeer verschillende begrippen verward: menschelijkheid, synoniem met geestelijkheid, scheppingskracht en superieure intelligentie en natuurlijkheid, synoniem met egocentrisch zelfbewustzijn, inférieure animaliteit zich uitend (ook in de kunst) in het „zich-laten-gaan”.
Hoeveel absurditeiten in kunst en leven zijn er, sinds de humanistische beweging, al niet op rekening der zg. menschelijkheid geboekt! Welnu reeds het woord vervult ons met weerzin. Het ligt o.i. buiten de opgave en ook buiten de belangrijkheid der Kunst „menschelijkheid” te pronk te stellen. Daarover zijn we het allen eens. De Kunst heeft een hoogere opgave, die eenigszins haar parallel vindt in het platonische tijdperk en zeer terecht is de uitlating van Eduard Krakowski, die hieraan een speciale studie heeft gewijd: „Le point de départ de l’art vers le désir de sainteté, cette ascension de l’esthétique vers la métaphysique de l’abstrait, sont des problèmes intenses de l’heure présente.”
Menschelijkheid is voor de werkelijk modernen veeleer het evolutieproces van primitieve natuurlijkheid naar onze geestelijke puberteit en het lijkt ons een enorme opgave der moderne beeldende kunst om deze evolutie in al haar stadia en nuancen tot uitdrukking te brengen.
Hieraan beantwoordt o.i. de expositie der „E. S. A. C.” al zouden wij zelf haar ook nog beter, nog exclusiever gewenscht hebben. Dat dit, zooals de heer Just Havelaar schrijft een „verarming” zou beteekenen kunnen wij niet inzien, aangezien de „menschelijkheid” in deze kunst niet is verdrukt of miskent, doch op een hooger niveau gebracht. Is dit niet veeleer een verrijking? In dat geval is het te wenschen dat deze kunst „in de lengte van eeuwen” de primitieve menschelijkheid geheel zal overwinnen. „Der Mensch ist etwas, das überwunden werden soll.” Wij geven Nietzsche gelijk.
Met dank voor de verleende plaatsruimte
hoogachtend,

Théo van Doesburg.
elementarist.

Parijs, 16/12—29.


  1. Avondblad van Vrijdag 13 Dec.

* * *

Dit stukje van den heer van Doesburg is een eigenaardig document, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
Ik zei ’t alreeds in mijn kritiek: de menschelijkheid is noch in de gratie, noch in de mode.
Waarom zou ik met de menschelijkheid in de kunst nu juist egocentrisch zelfbewustzijn en inférieure animaliteit hebben bedoeld? Zeer menschelijk was de strenge kunst der Egyptenaren, de religieuse van Angelico, de dramatische van Giotto.
Nietzsche’s prachtige uitspraak in verband te brengen met de bedoelingen der elementaristen is wat al te naïef. Nietzsche’s Uebermensch blijft absoluut „menschelijk”, dat is zeer persoonlijk en bewogen, al heeft hij het kleiner- en lager-menschelijke van zich af gedaan. Er is geen grooter verschil denkbaar dan tusschen een pagina uit de Zarathustra en een schilderij van.... Van Doesburg.

Just Havelaar.


De componist Arthur Piechler, wiens werk voor koor, soli en orkest Sursum Corda door de Konzerthausgesellschaft te Weenen ten gehoore gebracht is, heeft een opera voltooid Der weise Pfrau, die door de directie van de Beiersche Staatsopera aangenomen is om in den Nationalen Schouwburg te München vertoond te worden in de tweede helft van Maart.

LUDWIG WÜLLNER.


De groote Wüllner kwam gisteren in Diligentia met bekende voordrachten, maar wie hem Wanderers Sturmlied, Meine Göttin, Jägers Abendlied, Schäfers Klagelied, Wanderers Nachtlied en An der Mond van Goethe hoort voordragen, ondergaat opnieuw de volle bekoring. Dat Wanderers Sturmlied slechts ten deele voorgedragen werd, valt — hoezeer Wüllner ook zelf terecht moge klagen over coupures in werk van Duitsche klassieke dichters — te verklaren; dit gedicht behoudt niet tot het slot dezelfde hooge waarde.
Van Goethe werd voorts Der Gott und die Bajadere met ongemeen talent voorgedragen; Wüllner wist hier inderdaad op bepaalde momenten die Furcht te suggeeren, die Goethe blijkens een gesprek met Eckermann in deze ballade tot uitdrukking heeft willen brengen. Maar ook teederheid, waardigheid, innig religieus gevoel, passie, opstandigheid weet Wüllner op pakkende wijze uit te drukken. Dit alles vindt men in Das Hexenlied van Von Wildenbruch, overbekend maar toch altijd weer boeiend, als Wüllner zijn groote talenten daaraan geeft. Dat de begeleiding van Coenraad Bos eveneens waardeering afdwingt, behoeft nauwelijks te worden geconstateerd.
Wellicht het allergeestdriftigst was het publiek na Schillers Lied van der Glocke. Wüllner zelf houdt nog steeds heel veel van Schillers bekendste lied en hij draagt het met zooveel liefde en toewijding voor, dat de opgetogenheid van het publiek alleszins verklaarbaar was. Hoewel ons de andere voordrachten liever waren, valt het bij de voorliefde van velen voor dit vaste programnummer te begrijpen, dat het ook ditmaal niet ontbrak. Persoonlijk zouden wij veel liever iets de jongere Duitsche dichters in plaats hiervan gehoord hebben. En er zijn wel jongeren, waaraan Wüllner aandacht schenkt, o.a. Rainer Maria Rilke. Dat is dan vermoedelijk voor een volgende maal.



HET AMSTERDAMSCHE SCHOUWBURGVRAAGSTUK.

De Commissie van voorlichting inzake het Amsterdamsche Schouwburgvraagstuk is Zaterdag j.l. geïnstalleerd in een der zalen van de Tooneelschool.
Mevrouw Jo van Ammers—Küller heeft, als voorzitster van het Nederlandsch Tooneelverbond, afdeeling Amsterdam, met een kort woord de taak der commissie omschreven en haar leden geïnstalleerd.
In de daarop volgende werkvergadering heeft de commissie uit haar midden als voorzitter-rapporteur gekozen den heer Frank Luns. Behalve de reeds gepubliceerde leden, trad nog als financieele specialist tot de commissie toe mr. R. E. Kielstra, directeur van de Kas-Vereeniging te Amsterdam.
De volgende vergadering is bepaald op 15 Januari a.s. De commissie stelt zich voor begin Februari haar definitief rapport uit te brengen.



MODERNE KAMERMUZIEK

De vereeniging Muziek-Lyceum te Amsterdam heeft een serie van kamermuziekavonden voorbereid, en wel: een Tsjechischen avond op 24 Januari, een Duitschen avond op 17 Februari en twee Weensche avonden op 24 en 25 Maart a.s. Voor den Tsjechischen en de Weensche avonden hebben de gezanten van Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk reeds hun protectoraat toegezegd. In deze serie zal een overzicht worden gegeven van hedendaagsche kamermuziek van genoemde landen. Tevens zullen die uit te voeren werken een beeld geven van drie stroomingen in de Europeesche muziek.
Op den Tsjechischcn avond zal o.a. worden uitgevoerd: Kinderreime van Leos Janacek, door een koor (gevormd door solisten) met begeleiding van tien instrumenten. Dit werk wordt in het Tsjechisch uitgevoerd.
De Duitsche avond brengt o.a.: Die Serenaden en Die Junge Magd van Paul Hindemith.
Op de Weensche avonden komen werken tot uitvoering van: Alban Berg, Hanns Eisler, Arnold Schönberg, Anton Webern en Th. Wiesengrund—Adorno, en tot slot: Wandlungen, kamer-oratorium van J. Matthias Hauer, voor zes solisten, koor en kamerorkest. Dit werk werd voor het eerst uitgevoerd op het muziekfeest te Baden-Baden in 1927 en maakte op de aanwezigen diepen indruk.
In voorbereiding zijn concerten, gewijd aan werken van Nederlandsche, Hongaarsche en Russische componisten en één avond met werken van den Braziliaanschen componist Villa Lobos.



PROF. MAX CHOP. †

In den ouderdom van 67 jaar is te Berlijn aan een beroerte overleden de bekende musicoloog prof. Max Chop, hoofdredacteur van de Signale für die Muzikalische Welt.
Chop werd in Greuszen in Thüringen geboren en in Sonderthausen opgevoed, waar hij al vroeg muziekles kreeg. Op raad van Liszt ging hij van de rechten naar de muziek over en werd in 1885 feuilletonredacteur te Berlijn, waar hij sedert 1902 opnieuw als zoodanig werkzaam was. Van 1911—’15 redigeerde hij het orgaan van den Bungert-Bund en in 1920 volgde hij Spanuth aan de Signale op.
Max Chop heeft veel geschreven; het bekendst zijn z’n populaire handleiding voor de muziekgeschiedenis, biografieën en verklaringen van meesterwerken der toonkunst.
Het laatst was hij muzikaal adviseur van de Berlijnsche radio.
Chop was getrouwd met de bekende pianiste Celeste Groeneveldt, een dochter van den Hollandschen violist Eduard Groenevelt (leerling van David). Mevr. Groenevelt is leerlinge van Leschetizky en Moskowsky.



DOHNANYI.

In de Stedelijke Opera te Berlijn is een komische opera vertoond, Der Tenor, van Ernst von Dohnanyi. Het éénige komische is, zegt een der referenten, dat men dit een komische opera noemt! „De uitstekende pianist Dohnanyi is steeds een zeer zwakke componist geweest. En hij blijft dit in deze komische opera, waaraan alle humor, alle geest volkomen ontbreken. Wat is dat alles huisbakken, wat verveelt al dat onvruchtbare Meistersinger contrapunt. Er was nimmer karakter in Dohnanyi’s muziek, maar zijn, een paar jaar geleden, vertoonde pantomime Die Schleier der Pierette, had toch in ieder geval iets voornaams; thans blijkt hij als componist volledig uitgeput te zijn. Dohnanyi, de zwakke volger van Brahms, moet de zorg voor de Hongaarsche muziek nu maar liever aan sterker talenten als Bartok en Zoltan Kodaly overlaten.”



Na het heengaan van mevr. J. Beukers-van Ogtrop als presidente van het Amsterdamsche Toonkunst-koor trad mej. H. Rahusen, de vice-presidente, in deze functie. Thans is mevr. J. Kindermann-Wieringa tot vice-presidente van het koor benoemd.

WAT DOET M’N VROUW VAN 2 TOT 5?


Nieuw Ned. Tooneel.

Men meldt ons uit Amsterdam:
In menig blijspel wordt de handigste advocaat, zoodra hij zijn eigen zaakjes te behartigen krijgt, de grootste sukkel en wordt de trouwste vrouw tot bedriegster gemaakt. Ladislaus Fodor werpt bovendien een vulpenhouder als twistappel tusschen de gelieven en dan kan het spel beginnen. De auteur heeft te voren zijn personen aan touwtjes opgehangen en hij laat zijn poppen zoo heen en weer gaan, dat de onmogelijkste situaties ons niet meer versteld doen staan.
De vulpen, die Mary gekocht heeft, wordt de nachtmerrie voor haar echtgenoot Ernst. Want waarom, vraagt hij zich af, koopt zij dat schrijfvoorwerp en waarom zegt zij mij er niets van? Ernst borduurt op dit thema verder. Hij stuurt een detective (we hebben bij het Kamermeisje al voorspeld, dat voor 25 December van dit jaar de vijf-en-twintigste speurder van dit seizoen onder de hersen zou te vinden zijn) er op af, die juist op dat oogenblik een stomme streek gaat uithalen en zich met mevrouw verstaat over een list. (De trucjes zijn hier legio). Zij gaat werkelijk naar haar vriend Urban. Haar man verrast haar daar en natuurlijk wordt alles opgehelderd. Fodor heeft bepaald iedere maal geschreven tot zijn vulpen leeg was en hij wist daarna de voorafgaande scènes niet precies meer. Doordat hij zijn hoofdpersoon laat denken over wat er tusschen twee en vijf gebeurd is, heeft hij ons tot elf uur in den schouwburg gehouden en bindt zijn stuk de concurrentie aan met Kwart vóór tienen.
Men gaat in den Hollandschen schouwburg voortdurend het horloge raadplegen en men zou gaan wenschen, dat de directie ook het tooneel zoo nauwkeurig met zijn tijd liet meegaan. Deze Hongaarsche import is wat slap van inhoud en verpakking (de moppen blijven sterk aan de oppervlakte), al heeft zij op haar reis toch waarschijnlijk weinig van haar glans ingeboet. Immers, men zou deze acht tafereelen misschien wat origineeler en tintelender kunnen spelen, waardoor alles minder gerekt werd, maar van een volkomen redden zou geen sprake kunnen zijn. Er werd vlot en snel gespeeld, zij het weinig markant en op de wijze zooals ieder ander willekeurig blijspel gegeven wordt.
Louis Saalborn deed als de advocaat hevig zijn best om de intrige aan het rollen te krijgen. Met dit al bleef de figuur vlak en weinig geschakeerd. Van Magda Janssens (Mary) kan men ongeveer hetzelfde zeggen. Julia de Gruyter was haar vriendin en deed druk en luidruchtig. Flor la Roche (haar man) was evenwichtiger, hoewel later wat monotoon. Jacques Reule zette zijn schouders onder de rol van Charles Urban, den vriend, die de handeling moet voortsleepen en Alex Frank was uit het reservekader detectives direct naar het front gestuurd.
De Kerstmis-repertoires zitten overal in elkaar. Amusementzoekers vereenigt u om gezamenlijk het tooneel in het nieuwe jaar te laten floreeren. De tooneeldirecties bedienen u op uw wenschen!

E. K.


„IS DAAR NOU WAT MOOIS AAN!”

Dat er op plaatsen, waar men dat geenszins vermoedt, nog kostbare voorwerpen kunnen aangetroffen worden, bleek dezer dagen weer bij den exccutorialen verkoop van den inboedel van wijlen mej. Chr. Jansen te Venlo.
Zooals alles z’n beurt kreeg kwamen ook de onooglijke schilderijtjes — „is daar nou wat moois aan”, vroeg een juffrouw — onder den hamer.
Voor tien gulden gingen de oude, stoffige schilderstukjes in handen van den nieuwen eigenaar over..
Na een onderzoek kwam, zegt de Limb. K., aan het licht, dat beide van een bekenden meester waren uit de 16e eeuw, Het eene schilderijtje stelt voor Aanbidding van Christus (een monnik in biddende houding voor Christus aan het kruis geknield), terwijl het andere zeer waarschijnlijk den H. Dominicus voorstelt in visionaire overgave. Een ijl aureool ligt om het hoofd, terwijl een hemelsche verschijning zich aan hem openbaart.
De details zijn, omdat „de tand des tijds” z’n sporen erin gezet heeft en omdat stof zich erop vastgezet heeft, nog moeilijk te onderschei- doch na een anatomische studie kwam de waarde meer en meer vast te staan.
De gelukkige kooper zal de authenticiteit te Leiden laten vaststellen.



SCHNITZLERS IM SPIEL DER SOMMERLÜFTE.

Wolff meldt uit Berlijn:
In het Deutsches Volkstheater heeft de eerste vertooning plaats gehad van Arthur Schnitzlers nieuwe stuk: Im Spiel der Sommerlüfte.
Dit stuk gaat over een Oostenrijksche familie voor den oorlog en beschrijft jeugd-herinneringen van den auteur.
Het werk zeer hartelijk ontvangen. De bijval gold zoowel den schrijver als de voortreffelijke vertooning met Alexander Moissi in de hoofdrol.



Het 25-jarig bestaan van de Muziekschool van de afdeeling Bussum van Toonkunst is op zeer feestelijke wijze gevierd, terwijl tevens het feit werd herdacht, dat mevr. Woerkum en Chr. Freyer sinds een kwart eeuw als leerkrachten aan die school verbonden zijn, resp. als piano-onderwijzeres en vioolleeraar. Leerlingen hebben de operette De drie Kabouters opgevoerd, terwijl ook verschillende solonummers ten gehoore werden gebracht. De heer J. P. Dudok van Heel, voorzitter van de afdeeling en verschillende andere sprekers en spreeksters hebben de jubilarissen gehuldigd.



De burgemeester van Andijk heeft geweigerd, toestemming te verleenen tot de vertooning van Allerzielen.

NIEUWE COMPOSITIES.

Onlangs hebben eenige Duitsche dirigenten het besluit genomen meer aandacht te schenken aan de werken van componeerende tijdgenooten, o.a. Paul Breisach te Mainz en dr. Fritz Stein te Kiel. Laatstgenoemde heeft nu voor de winterconcerten van de Gesellschaft der Musikfreunde gekozen een concert voor violoncel met orkest van Paul Grainer, Kamersymphonie van Arnold Schönberg, Triplefuga voor orkest van Kurt Wolfurt, Suite voor piano met orkest van Julius Weissman, concert voor piano met orkest van Eduard Erdmann, Variaties voor orkest van Gunther Rafael, Concerto grosso van Heinrich Kaminsky, concerten voor piano met orkest van Strawinsky en Paul Hindemith, Wieland der Schmied van Hausegger, Suite voor fluit met orkest van Willy Bartels, Kantate Jerusalem van Kurt Thomas en Concert voor twee violen met orkest van A. Marx.
Breisach te Mainz kondigt aan: concert voor violoncel met orkest van Hindemith, Suite „Triumph der Empfindsamkeit” van Ernst Krenek, Rhapsodie Espagnole van Ravel, l’Oiseau de Feu van Strawinsky en drie voorspelen van de opera Palestrina van Pfitzner.



NIEUWE OPERA’S.

Ernst Kreneks Leven des Orest wordt 19 Januari a.s. voor het eerst gegeven in de Stedelijke Opera te Leipzig onder leiding van Gustav Brecher.
Een nieuwe opera van Walter Braunfels Galathea zal 22 Januari voor het eerst gegeven worden in de Opera te Keulen.
Van Georg Antheil wordt in April 1930 een opera Translantic vertoond te Frankfort; in de Staatsopera te Mecklenburg wordt een noviteit aangekondigd Marionetten, van Alfred Kirchner.
Arnold Schönbergs Von heute und Morgen komt 26 Januari te Frankfort voor het voetlicht; Kurt Weills Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny zal 9 Maart te Leipzig de première beleven; een paar dagen later wordt het werk dan gegeven in de Opera te Essen en te Oldenburg.
„Het is zeer te hopen”, zegt een der critici, „dat er bij die noviteiten eens een werk van meer dan gewone beteekenis gevonden zal worden. Want het ziet er met de Opera slecht uit. Er zijn wel van die sensatiestukken die — meer dank zij de noodige reclame — gedurende een seizoen overal gegeven worden, overal de aandacht trekken om dan meteen (gelukkig ook maar) weer te verdwijnen, maar werken van kunstwaarde .... daar wachten wij nu reeds sedert eenige jaren met ongeduld op”.



Zooals bekend zal de gemeente Laren (N.H.) voor het nieuwe gouvernementsgebouw te Haarlem een schilderij aanbieden.
De commissie uit Gedeputeerde Staten heeft haar keus laten vallen op een schets van den Larenschen schilder Evert Pieters, aan wien daarop de opdracht tot het maken van een schilderij is gegeven.



De bijeenkomst der jury voor den door de Thérèse van Duyl-Schwartze Stichting uitgeschreven Portretprijs zal gehouden worden op 18 Januari e.k. Inlichtingen en inzendingsbiljetten worden op schriftelijke aanvraag nog toegezonden door den secretaris der Stichting, den heer Bart Peizel, Prinsengracht 1037, Amsterdam. De inzendingsbiljetten moeten vóór 4 Januari bij het secretariaat zijn ingekomen.

Van 8 Januari tot begin Februari a.s. zal in het Stedelijk Museum te Amsterdam een tentoonstelling gehouden worden van werken van leden der Vereeniging tot bevordering der grafische kunst (etsen, lithografieën en houtsneden) en van eenige daartoe uitgenoodigde buitenlandsche grafische kunstenaars, wier namen binnenkort bekend gemaakt zulle» worden.



In den kunsthandel D. Sala & Zn. te Leiden wordt een tentoonstelling gehouden van werken van J. Bezaan.



Voor het eerst na acht en veertig jaar is in de Scala Opera te Milaan Mozarts Don Giovanni weer eens vertoond met buitengewoon succes.
Nu het eenmaal gebeurd is vraagt men zich af, hoe het mogelijk geweest is, dal een werk van zoo groote beteekenis bijna een halve eeuw in de bibliotheek is blijven rusten.



Te Madrid zullen in het seizoen 1930—’31 met steun van de regeering zes groote concerten gegeven worden, waarbij het de bedoeling zal zijn zooveel mogelijk werken van Spaansche componisten van den lateren tijd te laten uitvoeren: bekende Spaansche dirigenten en solisten zullen hun medewerking verleenen.
Door deze concerten hoopt men tevens het publiceeren van belangrijke composities te kunnen bevorderen.



Alfred Indig, die een paar jaar aanuvoerder van de tweede violen van het Concertgebouworkest geweest is en thans een benoeming ontvangen heeft tot concertmeester van het Berlijnsche Symphonie-orkest, zal Zondagavond 29 dezer te Berlijn zijn entree maken met het vioolconcert van Wieniawski in d-moll.



Naar in gemeenschappelijke opdracht van Elisabeth Bergner en de directie van het Deutsches Künstlertheater wordt medegedeeld, is een regeling getroffen in zake het conflict over de contractbreuk door mevr. Bergner[.] Zij zal 25 December haar werkzaamheid aan het Deutsches Künstlertheater hervatten en het contract zal op 16 Januari eindigen.

De jonge vrouw van den grooten vioolmeester Eugen Isaye, Jeannette Isaye, is te Berlijn als violiste opgetreden. Een van de critici zegt dat men bijna onafgebroken den indruk kreeg van een op het Conservatorium thuishoorende jonge dame van middelmatig talent. Een andere beoordeelaar meent, dat haar vioolspel ondanks alle tekortkomingen die niemand zal willen vergoelijken, toch een zekere grootheid van karakter verraadt.



In den stedelijken schouwburg te Dortmund, is de eerste Duitsche voorstelling gegeven van een door Rimsky—Korsakof vijftig jaar geleden gecomponeerd muziekdrama in één bedrijf: Unhold Ohneseele.
Naar gemeld wordt, is Unhold Ohneseele een soort Russische Klingsor en in zijn tooverrijk gebeuren vele dingen, die men uit den toovertuin van Parsifal kent. Trouwens ook in de muziek is verwantschap met Wagner duidelijk merkbaar. Het is overigens gevoelige muziek, „berauschend” door kleur en klank. De eerste vertooning heeft de actualiteit en de levenskracht van dit werkje duidelijk aangetoond; zij is een succes geweest, dat reeds tot eenige herhalingen genoopt heeft.



In den Duitschen Rijksraad is besloten de door den Rijksdag vastgestelde wet over den uitvoer van kunstwerken goed te keuren.
Hierop gaf de afgevaardigde van Lübeck de verklaring, dat volgens de monumentenverordening van die stad de Senaat geen toestemming tot verkoop van Memlincs altaar aan een Amerikaan zou verleenen.



Het Prentenkabinet van het museum van Mecklenburg-Schwerin is van plan zijn verzameling van ongeveer 10.000 bladen te verkoopen, omdat ze niet overzichtelijk is en behalve van Rembrandt geen werk van groote meesters bevat. Middelen om de collectie te completeeren bezit het land niet.
Deze laatste mededeeling is des te merkwaardiger, omdat jaren geleden uit dat Prentenkabinet een groote verzameling oude platen is verkocht om van de opbrengst de collectie te kunnen aanvullen.



CONCERT- EN THEATERGIDS.

Bij het Ver. Rotterdamsch—Hofstad Tooneel, directeur Cor v. d. Lugt Melsert, is voor de Nieuwjaarsvoorstellingen behalve De Bruiloft van Kloris en Roosje, ook een nieuw stuk uit het Spaansch: De groene pleureuse, in studie.


Op zijn Chopinmatinée op 2en Kerstdag in Diligentia speelt Dirk Schäfer Variations Brillantes op. 12, Ballade op. 52, Polonaise fantasie op. 61, Allegro de concert op. 46, Rondo à la Mazur op. 5, Nocturne op. 55 no l, Mazurka op. 30 no. 3, Mazurka op. 50 no. 3, Berceuze op. 57, Valse op. 42.


Op hun sonaten-avond a.s. Vrijdag in Diligentia zullen onze stadgenooten Sam Swaap (viool) en Willem Andriessen (piano) werken van Schubert, Brahms en Lekeu ten gehoore brengen.


Zaterdag 28 December geeft Wüllnet voor Kunst aan Allen in Diligentia een voordachtavond.
Aan den vleugel Coenraad Bos.


De Russische pianist Alexandre Borovsky zal een matinée geven in Diligentia op a.s. Zondag 29 December.


Het programma, dat Max Orobio de Castro (cello), met medewerking van Theo van der Pas (piano) op Eersten Kerstdag te Amsterdam ’s middags in de kleine zaal van het Concertgebouw ten gehoore zal brengen, vermeldt de volgende werken: Sonate op. 69 a. gr. terts van Beethoven; Praeludium suite c. kl. terts van Bach; Variations sur un thème rococo van Tschaikowsky; Sonate g. kl. terts van Händel; Sonate c. gr. terts van Hellendaal (Pijper).


Op Donderdag 26 December (2en Kerstdag) zal in de groote zaal van het Concertgebouw een Kerstmatinée gegeven worden, waar Di Moorlag (zang), Louis Zimmermann (viool), Jan Nieland (orgel) en het à Capella Koor Bel Canto, dirigent Alph. Vranken, hun medewerking zullen verleenen.

WEEKBLADEN.

De Groene Amsterdammer heeft een kerstnummer, waaraan hebben medegewerkt dr. C. P. Gunning, Top Naeff, Albert Helman, Augusta de Wit, Anth. Thiry, A. M. de Jong, Herman Salomons, en zijn aller ego Melis Stoke, Emmy van Lokhorst, dr. R. Feenstra en Barbarossa, Willem Pijper heeft een Marialied uit een deuoot ende Profitelyck Boecxken uit 1539, bijgedragen en verder zijn er grafisch werk van Raoul Hynckes, Charles Eyck, V. E. v. Untvanck, Toon Kelder, W. Oepts, L. J. Jordaan, S. L. Scltwarz, Is. van Mens, Jan Sluyters, Joh. Braakensiek, B. Kemper, Elsa Berg, Karel v. Seben, B. v. Vlijmen en E. M. ten Harmsen v. d. Beek.

Panorama is grootendeels gewijd aan Kerstmis, laat zien hoe het er bij Cuyck heeft uitgezien door de hooge Maas en in nieuw Amsterdam, door den hevigen wind welke duinen langs den weg heeft opgeworpen. En vertelt o. a. van de reuzen in de lucht. {{lijn}|8em}}

REIZEN.


Wij vestigen de aandacht op Mededeelingen van Wm H. Müller en Co’s Passage- on Reisbureaux, waarin o.m. een o.i. zeer goedkoop en op elken dag te aanvaarden zestiendaagsch verblijf in St. Moritz in Hotel Engadinerhof wordt aangeboden. Ook de Orientreizen per s.s. Lützow zijn zeer aanlokkelijk.
Thos. Cook en Son zenden ons een mooi geïllustreerd en van belangwekkenden tekst voorzien boekje Egypt, The Nile and Palestine, waarin men allerlei gelegenheden kan vinden, om korter of langer den droom van het Oosten te genieten. Het boekje gaat over Egypte, Soedan en Palestina. Duidelijke kaarten verhoogen de lektuur.