Vergunt mij het onzekere aan het zekere te doen voorafgaan, en eerst de verdere toekomst te beschouwen, om daarna tot het werkplan voor de eerstvolgende jaren over te gaan. Vergunt mij tevens daarbij een beeld te gebruiken, ten einde mijne bedoelingen op gemakkelijker wijze duidelijk te maken.
De wetenschap is een veld van licht, te midden van bijna ondoordringbare duisternis. Helder schijnt het licht op de menschheid, verlossing brengende van onkunde en onmacht, van twijfel en vrees. Door gestadigen en harden arbeid en door de toewijding van velen wordt het licht onderhouden en zijn gebied allengs vergroot, en dringen de zegeningen van ervaring en macht over de natuur allengs in grooter kringen door. Amerika is rijk aan stichtingen, die de middelen geven tot onderzoek en onderwijs, tot verdieping en verspreiding van kennis, en iedereen weet, hoe naijverig Europa op de mogelijkheid van zulke schenkingen, en op den edelen, vaderlandslievenden en het menschdom bevoordeelenden geest is, die daaraan ten grondslag ligt.
In ons beeld kan de vermeerdering van kennis op tweeërlei wijzen plaats vinden. Ten eerste door gestadig en zorgvuldig werk in het lichtveld zelf. De grond moet worden beploegd en de grenzen moeten worden uitgebreid, en honderden en duizenden van onderzoekers zijn onvermoeid bezig alle leemten aan te vullen en aan alle kanten op de eenmaal vaststaande grondslagen voort te werken.
Daarnaast staat het tweede middel van vooruitgang. Van uit het groote veld worden lichtpunten uitgeworpen in de omringende duisternis. Hun kansen om uitgedoofd te worden, en zonder gevolgen voorbij te