Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/165

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
153
 

worden met de vrouwelijke te copuleeren, doch daarbij op eigen gelegenheid voortgaan met groeien. Ook kunnen de stralen-sphaeren, die gewoonlijk van de kernen uitgaan, en waarlangs zij vermoedelijk haren invloed op de cel oefenen, door de werking van aether tijdelijk worden uitgewischt, of ten minste onzichtbaar gemaakt, zonder dat daardoor de levensverschijnselen en met name de deelingen in de kernen merkbaar worden gestoord. Dan kunnen de kernen zich vermenigvuldigen, zonder dat dit door de overeenkomstige celdeelingen wordt gevolgd en er ontstaan veelkernige cellen. Wilson kon soms 64 kernen in een enkele cel tellen, terwijl het normale aantal niet meer dan één bedraagt. Eindelijk kunnen de celdeelingen zoo onregelmatig worden, dat zij, inplaats van tusschen de kernen door te gaan, langs deze den nieuwen wand maken, zoodat de eene helft geen en de andere beide of alle jonge kernen krijgt. Zulke kernlooze cellen vertoonen dan natuurlijk allerlei afwijkende verschijnselen.

De meeste van de beschreven afwijkingen zijn van voorbijgaanden aard, zoo de bedwelming slechts kort genoeg duurt. Is het nog mogelijk, dan keert daarna de kiem tot het normale ontwikkelingsproces terug. Maar misschien blijft er toch nog iets over, dat, aanvankelijk onzichtbaar, en dus tot nu toe niet opgemerkt, in het latere leven zich zou verraden, en dan juist wijzigingen geven, zooals wij die zouden wenschen te zien ontstaan. Een ruim veld van waarneming en onderzoek ligt hier voor ons open.

Dat bedwelming werkelijk veel fijnere wijzigingen in den groei en de ontwikkeling kan te weeg brengen is, ten minste voor planten, door de merkwaardige