Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/80

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

74

Van ons gezelschap klommen een aantal personen langs ladders in deze spleet af, die juist wijd genoeg daarvoor was. In zulke spleten is onderaan niet zelden een koolzuurrijke lucht aanwezig, die vogels en andere dieren kan doen verstikken en op bepaalde bronnen van koolzuur wijst. Trouwens koolzuuruitwasemingen uit den grond gaan zeer dikwijls met vulcanische werkingen gepaard.

Hoe dik de kalkafzettingen van deze wieren zijn, vond ik niet opgegeven. Gewoonlijk meent men, dat de geheele berg zóó ontstaan is, en overal in den omtrek vindt men sporen van denzelfden bouw uit dunne lagen en schalen. De afzettingen liggen echter op het uiteinde van een uitlooper van een heuvelenreeks, en zijn dus waarschijnlijk op een heuvelkam ontstaan.

Om op de vliesvorming op de oppervlakte van het water terug te komen, merk ik op dat dit vlies, zoover het met het heete water in aanraking is, bijna altijd geheel wit is. Dit wijst er op dat het niet de randwieren zijn, die het grootste aandeel aan den snellen groei van dit vlies hebben, maar de draadwieren. Men ziet dan ook dikwijls een draderige structuur, de draden loopen evenwijdig en naar den rand toe, zoodat de lengtegroei van elken draad tot de voortzetting van den rand bijdraagt. Op enkele plaatsen zag ik zoo van één punt uitgaande een waaier van draden over de oppervlakte uitstralen. Of liever over wat de oppervlakte geweest was, want de watertoevoer was, tijdens mijn bezoek, zoo klein, dat het vijvertje droog was. De bodem was vlak en bezaaid met koraalvormige wiergroepen, wit van de kalkmassa waarin zij zich gedompeld hadden. Het waaiervormige dradenvlies lag rustig op die koraaltjes. En dicht er bij waren der-