Naar inhoud springen

Pagina:Het Yellowstone-Park (1904).djvu/89

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
83

Zoover de kalkafzetting gaat, zijn ook de boomen gedood. Het zijn de reeds genoemde „red cedars," een soort van jeneverbessen, die hier overal veelvuldig groeien. Rondom den voet van den kegel staan die boomen in groepjes, tot manshoogte en meer opgegroeid en op de armsdikke stammen rijk vertakt. Maar thans zijn zij zonder loof, geheel dor en kaal, en ten deele is reeds de schors afgestorven en afgevallen. Uit den kegel zelf steken de toppen van een zestal zulke stammen nog omhoog; zij moeten reeds eeuwen geleden, in het begin der formatie, gedood zijn, en zijn sedert langzamerhand onder de aangroeiende travertijn-massa bedolven geraakt. Wat daarboven uitsteekt is kaal en bestaat alleen nog maar uit de dikste takken; al het overige is vergaan, en ook de schors is sedert lang verdwenen.

Zijn deze stammen een treurig getuigenis van den strijd tusschen de kalkwieren en het oorspronkelijke bosch, iets verder op kan men dezen strijd nog in vollen gang zien. Hier zijn de roode ceders ten deele nog groen en vol bessen, ten deele dor en droog. Aan sommige is het gelukt den kalkhoudenden stroom tijdelijk af te wenden; de voorste stammen zijn in den strijd gevallen maar zij hebben de overige van het groepje beveiligd. Als een eilandje ligt zulk een plekje in den versteenenden stroom, en allerlei kleine planten hebben van de geboden beveiliging gebruik gemaakt, de plek tot een groenende en bloeiende oase in de kleine woestenij makend. Vooral een soort van distel en de Smilacina, die later in het najaar uiterst sierlijke trossen van roode besjes zal dragen, troffen mij hier, tusschen de zooeven reeds genoemde planten van den rand.

Behalve de roode ceders, die den kegel omgeven, ziet