Naar inhoud springen

Pagina:Hollandsche Historische Courant 1748 no 088.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Ao. 1748
HOLLAND
HISTORISCHE
Dingsdag
No. 88

SCHE

COURANT

den 23 Juli.

GROOT-BRITANNIE.

[E] DENBURG den 8 Juli. Donderdag is met een ſchip, laatſt van Londen, herwaards gebragt een Egyptiſche mumie of gebalſemt lichaam, het welk door den grave van Morton tot een ge[schen]k aan ’t collegie der natuurkunde gezonden is. Dewyl in aloude [tyden] gewoonte was, de lyken van koningen en andere voorname [perso]nen te balſemen, zoo zegt men, dat dit een diergelyk lichaam, en [ontre]nt drie duizend jaaren oud is. Het gemelde lichaam [ligt?] in een kiſt, gemaakt zoo men zegt van wilde vygebomenhout, en [met?] lynwaad opgerolt, en beſtreken met een ſoort van balſamique com[positi]e, waardoor de lichamen van bederving bevryd blyven; en daar[enbo]ven met veele goude beeldſprakelyke teekens of hieroglyphica ver[sier?]t. Men vind diergelyke mumien in Egypten in de holen en oude [gra]fſteden, zoo als ook onder dr puinhopen der pyramiden, van waar [men] ze heimelyk moet zien te krygen, om dat de Egyptenaars niet wil[len] gedogen, dat dezelven buitenslands vervoert worden. De voornaamſte [ingre]dienten, waarvan de balſem gemaakt wierd, waren myrrhe, aloë, [gom v]an cederhout, zout, waſch, honich, ſaffraan, pleiſter, hars, [onleesbaar]-olie, Jodenlym, en andere ſpeceryen en oliën. Men vind ’er ook, [die i]n kiſten leggen van ſaſſafrashout, en doorgaans is het aangezicht [met] geſlagen goud bedekt. De mumien zelf zyn vleeſſig en licht, en [zien] er uit als gerookt vleeſch, naamlyk donker en zwart bruin van [kle]ur.
[De] laatſte brieven van Aberdeen melden, dat by derzelver vertrek de [bran]d in het boſch van Glentanner noch niet gebluſt was, niettegen[ſtaan]de eenige honderd menſchen bezig waren, en zoo veel mogelyk de bo]men om verre te hakken en weg te halen. Diezelve brieven voe[gen] daarby, dat het gemelde boſch reeds ter lengte van drie mylen [om?] in de aſſche gelegt, daaronder het grootſte gedeelte van het jonge [onleesbaar]ſoen. Men verneemt, dat die brand door twee booswichten gestich]t is, die de vlucht genomen hebben.

[E]denburg den 11 Juli. Eergiſteren en giſteren hebben wy hier [alt?]ans een verſchrikkelyk onweêr gehad van donder en blixem; ver[men]gt met hagel en regen, en giſteren viel de regen gedurende den [onleesbaar]der inzonderheid zoo zwaar, dat diergelyke by menſchen geheugen [noo]it gevallen was. De pasſaſie door de Koepoort wierd in weinig tyds [daar]door t’eenemaal geſtopt, en alle de kelders en pothuizen geraakten [vol] water, ſtaande hetzelve zeer hoog in de huizen.

Londen den 16 Juli. Den 13 dezer zyn per expreſſen van Ha[no]ver hier ingekomen de ratificatien van den koning onze ſouvrein, [aan]gaande zyn majeſteits goedkeuring der acceſſis van het hof van Ma[dri]d en van de republiek van Genua tot de vredespreliminaria op den [onleesbaar] laatſtleden. Donderdag zal de grave van Cromarty vertrekken na [den] plaats in ’t graaffchap Devonſhire, daar hy achtervolgens het von[nis], het welk tegen hem is uitgeſproken, het overige zyns levens ſtaat [doo?]r te brengen. De kooplieden van deze ſtad hebben een koſtbare [onleesbaar]nskom, wegende 250 oncen, laten vervaardigen, en zullen desel[ve] binnen korten na Briſtol zenden; men leeſt daarop deze inſcriptie; [Een?]e gifte van de kooplieden en aſſuradeurs der ſtad Londen aan kaptein [JA]MES SEIX. ter beloninge van deszelfs betoonde dapperheid in het [ne]men van drie vyandlyke kapers teffens. Van Gosport heeft men, dat [de] Hollandſche oorlogſchepen donderdag van Spithead na Holland zyn [on]der zeil gegaan. Giſter avond hebben de commiſſariſſen van de ad[m]iraliteit de aangename tyding ontfangen, dat het oorlogſchip de Ply[m]outh, gevoert by kapt. Dent, aan boord hebbende ruim een half mil[li]oen ponden ſterling voor reekening van eenige konplieden van deze [ſta]d, van Jamaïca behouden te Spithead is gearriveert. De laatſte brie[ve]n van Dublin melden, dat men daar met een ſchip, het welk na Lever[po]le gedeſtineert, en te Baltimore ingelopen was, tyding had bekomen, [da]t de commandeur Pocock voor het ingaan der wapenſchorſſing op [de] hoogte van Martinique twee Franſche oorlogſchepen en 32 Marti[ni]que-vaarders genomen en te Antigoa opgezonden had. De volgende [O]oſtindische retourſchepen worden dagelyks in onze havens te gemoed [ge]zien, naamlyk de Onſlow, kapt. Congreve; de Draak, kapt. Kent; [de] Warwick, kapt. Miſenor; de Houghton, kapt. Worth; de Ilcheſter, kapt. [onleesbaar]dd; de Lynn, kapt. Gilbert; de Exeter, kapt. Weſton; de Prinſes van [W]ales, kapt. Harry; de Bombaycaſtle, kapt. Browne; de Portsfield, kapt. Roadie; de Prins Eduard, kapt. Haldne; de Norfolk, kapt. Hancock; [de] Eaſtcourt, kapt. Benſon; de Stafford, kapt. Baker; de York, kapt. [L]aſcelles; de St. George, kapt. Robinſon; de Grantham, kapt. Wil[ſon?]; de Caeſar, kapt. Court; de Prins van Wales, kapt. Pelly; de [Com?]fort, kapt. Stephens, enz., en vrydag liep hier een gerucht, dat [een] gedeelte van dezelven reeds tot op de Schotſche kuſt was genadert, [do]ch dat gerucht is te voorbarig geweeſt. Verleden week zyn op uit[dru]kkelyke orders van het comptoir van oorlog een groot getal inge[nie]urs, mineurs, kanoniers, bombardiers, konſtabels, pionniers, [onleesbaar]peurs en andere artillerie- en approche-bedienden te Woolwich afge[da]nkt, en vrydag hebben de commiſſariſſen van de admiraliteit de oor[log]ſchepen de Berwick, de Prinſes, de Suffolk, de Suſſex en de Win[ch]elſea buiten commiſſie geſtelt.

Londen den 19 Juli. Giſter morgen is de hertogin van Newcaſtle [na] Harwich vertrokken, om daar over Holland na Hanover ſcheep [te] gaan. Men zegt, dat de lord Baltimore binnen korten nevens ver[ſc]heide andere perſonen van diſtinctie een keer na Vrankryk zal gaan [zeil?]en. Zaturdag zyn op order van de commiſſariſſen der admiraliteit ruim [onleesbaar]0 ſcheepstimmerlieden, zeilmakers lyndrayers, en andere ſcheeps[ar]beiders te Woolwich afgedankt. Met een ſchip, van St. Kits te Briſtol [ge]arriveert, heeft men tyding, dat niet minder dan 30 Martinique-vaarde]rs door onze oorlogſchepen en kapers genomen en in de Lywaards eilanden opgebragt zyn. Dewyl dezelve, voor het ſtandgrypen der wapenſchorſſing zyn genomen, zoo zullen ze zonder twyfel voor goeden prys verklaart worden. Men zegt, dat het geld, het welk, gelyk wy zoo even gemeld hebben, in het oorlogſchip de Plymouth van Jamaïca te Spithead is gearriveert, in ruim 700000 ponden ſterling beſtaat; dat het gemeld ſchip de reize in 7 weeken heeft afgelegt, doch dat het noch veel eerder zou hebben konnen arriveeren, indien het niet op het escader van den ridder Peter Warren gekruiſt had, ten einde een escorte van dien vlootvoogd te verzoeken; dat het een Franſch ſchip ontmoet en gepreit hebbende, hetzelve tot hunne grote verwondering ten eerſten quam bylegggen, en de proclamatie van den wapenſchorsſing vertoont had, en dat de Plymouth daarop de t’huisreize met allen mogelyken ſpoed had voortgezet. Het oud en zilver en de juweelen, die het gem. oorlogſchip herwaards gebragt heeft, zal binnen weinig dagen op twee-en twintig wagens onder een ſterk escorte ſoldaten en gewapende matrozen ba de Bank gebragt worden. Brieven uit de landſchappen van Sorop en Straffort melden, dat de ſpringkhanen daaromheen zeer grote ſchade hebben veroorzaakt, dat ze meeſt alle de bloeſſems van de appel- en haag-appel-bomen hebben afgegeeten, zulks men dezen jare weinig of geen appeldrank of cyder zal konnen perſſen; dat, het geen te verwonderen is, de eikenbomen meeſt van allen hebben geleden, dewyl veele van dezelven zoodanig van bladeren zyn berooft, gelyk ze ontrent keremis geweeſt zyn; dat daarentegen de ſterfte onder het rundvee daar t’eenemaal is opgehouden, enz. en de brieven uit alle de gedeeltens van het koningryk melden eenparig, dat men by menſchen geheugen nooit groter hope tot een gezegenden hooibouw en koorn-oogſt gehad heeft, en dat honderd pond hooi op veele plaatzem reeds voor een ſchelling ſterling verkoft word.

Vrydag. De Bank 128 en 1 q.; O.I.C. geen vaſte prys; Z. Z. geen vaſte prys; Z.Z.A. 101 en 3 q. a 5 oct.; dito Nieuwe geen vaſte prys.

SPANJE.

Madrid den eerſten Juli. De laatſte brieven uit de armee van den infant don Philippus melden, dat de Ooſtenrykers de vyandlykheden tegen den ſtaat van Genua toen noch met veel hevigheid voortzetteden en dat dagelyks verſcheide ſchermutzelingen voorvielen, in een van de welken onlangs 300 gemeenen en 16 officiers van onze troupen gedood of gequetſt waren, doch dewyl de koning onze ſouverein zedert tot de vredes-preliminaris geaccedeert is, zoo verwacht men alle oogenblik tyding, dat de ſtilſtand van wapenen daar zal zyn afgekondigt.

ITALIE.

Nizza den 2 Juli. De ſpraak gaat, dat de maarſchalk van Belle-iſle binnen korten een gewichtige commiſſie van wegens den koning van Vrankryk by den koning van Sardinie zal gaan afleggen. Ook zegt men, dat dit graafſchap eerſtdaags door onze troupen zal ontruimt worden, op een zelven tyd, wanneer de Ooſtenrykſche de hertogdommen Parma, Piacenza en Guaſtalla zullen verlaten.

Milaan den 6 Juli. Het corps troupen van den generaal baron van Neuhauſs, hetwelk met de armee van den generaal Leutrum is geconjungeert geweeſt, is te Novi aangekomen en daar uit elkander gegaan, zynde naamlyk twee bataillons te Novi gebleven, en twee andere na den generaal Broun, twee na Pavia, en twee na Parma opgebroken. De overige troupen, die aan dees zyde de Po gelegen hebben, defileeren na de Scrivia, en men zegt, dat by Cremona een campement zal worden geformeert voor de regimenten, die na Duitſchland zullen keeren. Men blyft verzekeren, dat de generaal Pallavicini, die zich noch te Piſa bevind, een commiſſie te Genua zal gaan afleggen. Den 30 laatſtl. is een zeldzaam wanſchepzel herwaards gebragt, het welk den 15 van die maand twee mylen van Pavia in de provintie Siccomario ter werreld gebragt is door zekere Catharina Scaglia, huisvrouw van een burger, genaamt Barbetto. Hetzelve beſtaat in twee zeer welgemaakte jongetjes van het hoofd tot het onderlyf, daar ze met de lendenen aan elkander zyn vaſtgegroeit, en verder maar een lichaam uitmaken, uitgezondert dat behalven de twee beenen en voeten noch een derde been uit het achterlyf gegroeit is, met 9 tonen aan de voet. Het kenteeken van een jongetje vertoont zich op de behoorlyke plaats, en heeft zyn gewone verrichting, en daarenboven is ’er noch een ter plaatze daar de blaas legt, doch zonder gebruik. Deze twee aan elkander gegroeide kinderen zyn noch in leven, en dat van de rechterzyde is gedoopt met den naam van Joſephus, en dat van de ſlinkerzyde met den naam van Hieronymus. De toevloed van allerlei perſonen, om de ongewone werking van de natuur in dit ſchepsel te zien, is ongelooflyk.

SAVOJE.

Chambert den 4 Juli. De Spaanſchen maken ſchikkingen, die ons hope geven, dat zy binnen korten dit hertogdom zullen verlaten, en wy onder de heerſchappy van onzen wettigen ſouverein wederkeeren zullen. Hoe het zy, hunne troupen hebben bevel bekomen, zich marſchvaardig te houden, en hunne mondbehoeftens te verkopen, waarmede zy ook reeds een begin gemaakt hebben.

INGEMERLAND.

Petersburg den 2 Juli. Nadat het hof veelerhande zeer van elkander verſchillende berichten ontrent den vyfmaal hervatten brand te Moskau ontfangen had, waarin de ſchade, daardoor veroorzaakt, op een ongehoordd wyze vergroot wierd, zoo heeft de regeering van die ſtad eindelyk een naauwkeurige lyſt herwaards gezonden van de verwoeſting, aldaar door de vlammen aangerecht op den 21 en 26 mei, en den 2, 4 en 5 juni laatſtleden, welke lyſt ten eerſten opentlyk is bekent gemaakt. Dezelve beſtaat in 3 klooſters, 32 kerken, 13 godshuizen, 24 brouweryen, 3 badſtoven, 12 herbergen, en 1924 zoo woonhui-