Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/192

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

184

werden, maar een crisis vond alleen plaats als de betrokken bedrijven belangrijk waren. De markten waren dan overladen met goederen, die niemand boven zijn behoeften verlangde tegen welken prijs ook. De loonen en winsten van hen die de over-geproduceerde artikelen maakten, werden zeer verlaagd of geheel opgeheven, hun koopvermogen tegenover andere goederen verdween, en tengevolge daarvan, kwam ook in zulke andere goederen een kunstmatige overproductie, totdat hunne prijzen ook kelderden en de betrokken menschen werkloos en zonder verdienste raakten. Nu was de crisis op komst en zij kon alleen worden bezworen ten koste van onnoemelijke schatten. Een andere oorzaak die uit uw stelsel voortvloeide, die dikwijls crisissen voortbracht en ze altijd schrikkelijk verergerde, was het geld- en kredietwezen. Geld was onmisbaar toen de productie in vele particuliere handen was en men koopen en verkoopen moest om te krijgen wat men noodig had. De aanmerking lag evenwel voor de hand dat men voor voedsel, kleeding, en andere dingen een bloot afgesproken teeken in de plaats gaf. Dit veroorzaakte een verwarring van gedachten, tusschen goederen en hunnen waardemeter, en een stelsel van krediet met reusachtige misleidingen. Gewend geld aan te nemen voor benoodigdheden, stelden de menschen zich vervolgens tevreden met beloften in de plaats van geld, en hielden op met achter het teeken te kijken naar de zaak die het voorstelde. Geld was een teeken voor goederen, maar krediet was enkel het teeken van een teeken. Er was een natuurlijke grens aan de hoeveelheid goud en zilver, dat wil zeggen aan het werkelijke geld, maar het krediet had geen grens, en daaruit volgde dat de afmeting van het krediet, namelijk de belofte van geld, ophield eenig berekenbaar verband