Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/220

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

212

ook, die wij hebben bedacht om vlijt, talent, aanleg en alle begaafdheden te ontwikkelen, in hunne uitwerking te vergelijken zijn bij het feit dat onze vrouwen als rechters zitten over het mannendom en zich zelve geven als prijzen aan de overwinnaars. Niets haalt bij de gedachte dat de achterblijvers het licht van hare aangezichten niet zullen aanschouwen.

"Celibatairen zijn tegenwoordig bijna altijd mannen die te kort geschoten zijn in hun levenstaak. De vrouw moet veel moed hebben, en een niet zeer goede soort van moed, die uit medelijden met een van die ongelukkigen er toe zou komen om het oordeel van hare tijdgenooten te minachten—want overigens is zij vrij—en hem tot echtgenoot te nemen. Ik moet er bijvoegen dat het gevoelen van haar eigen geslacht veeleischender en moeielijker tevreden te stellen zou wezen dan eenig ander element van dit oordeel. Onze vrouwen zijn gestegen tot de hoogte van hare verplichtingen als voogdessen van de toekomstige wereld, in wier bewaring de sleutels liggen van wat volgen zal. Haar plichtbesef te dezen aanzien bezit de kracht van eene godsdienstige toewijding. Het is een leer waarin zij hare dochters opvoeden van der jeugd af."

Nadat ik dien nacht naar mijn kamer was gegaan, bleef ik lang zitten lezen in een roman van Berrian, dien ik van Dr. Leete gekregen had en waarvan de handeling liep over een toestand waar zijn laatste woorden aan herinnerden, namelijk de hedendaagsche opvatting van ouderlijke verantwoordelijkheid. Een dergelijke toestand zou door een negentiende-eeuwschen romanschrijver bijna zeker behandeld zijn geworden met het doel om de ziekelijke belangstelling van den lezer te wekken voor