Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/54

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

46

—"En wie zijn in 's hemels naam de vijanden van het land?" riep Dr. Leete uit. "Zijn het Frankrijk, Engeland, Duitschland, of honger, koude en naaktheid? In uwe dagen waren de regeeringen gewoon bij de minste buitenlandsche moeielijkheden, de lichamen van de burgers bij honderden en duizenden over te geven aan dood en verminking, en hunne bezittingen te verspillen als water en dit meestal zonder eenig' denkbaar voordeel voor de slachtoffers. Wij hebben geen oorlogen meer en deze regeering heeft niet het middel om oorlog te voeren, maar om ieder burger tegen honger, koude en naaktheid te beschermen en om in al zijn lichamelijke en geestelijke behoeften te voorzien, bezit de regeering het middel om gedurende een zeker aantal jaren over zijn werkkrachten te beschikken. Neen, Mijnheer West, ik ben er zeker van dat bij nadenken gij zult inzien dat in uw tijd, en niet in den onzen, de uitbreiding van regeeringsbemoeiing groot was. Zelfs niet voor het beste doel zouden de menschen thans aan het gezag zulk een macht verleenen als toen gebruikt werd voor de verderfelijkste oogmerken."

—"Vergelijkingen daargelaten," zeide ik,"zouden de zucht naar populariteit en de omkoopbaarheid van onze openbare personen, in mijn tijd als een onoverkomelijke hinderpaal beschouwd zijn voor de aanvaarding van regeeringswege van het beheer der nationale industrie. Wij zouden gemeend hebben dat geen schikking erger kon wezen, dan om aan de staatslieden de controle van de rijkdom voortbrengen de kracht van het volk toe te vertrouwen. Zijne stoffelijke belangen waren toch reeds veel te veel de speelbal van partijen."

—"Gij hadt ongetwijfeld gelijk," hernam Dr. Leete, "maar dit alles is nu veranderd. Wij hebben geen partijen of