Pagina:In de sneeuw.djvu/11

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
9

totdat een zware stem boven hunne hoofden de stilte verbrak.

De predikant vertolkte voor hen de heilige schrift met ernst en zonder vermoeiende geleerdheid. Op heldere en krachtige wijze getuigde hij tegen de slechte tijden, tegen oproer en trots, in het groote zoowel als in het kleine, tegen de valsche profeten, die het hart van het volk trachten af te trekken van het goede.

Met de woorden der heilige schrift berispte hij de zelfgenoegzamen en weerspannigen: hij vermaande „tot een ootmoedig buigen onder de tucht en den wil des Heeren, en tot gehoorzaamheid aan de wettige overheid, ingesteld door den Heer.“ Hij schilderde de Christelijke nederigheid, die zich zelve niet zoekt; den geduldigen Christen, die zijne bekommernissen werpt op den Heer. Dàt was Gods woord, rein en zuiver, het ware onvervalschte Christendom, juist zooals het steeds gepreekt werd in „de courant der hoofdstad.“

En het volk toog weer naar huis, droomerig en stil, en ieder sprak bij zich zelven: den volgenden keer zal hij het op mij munten — den volgenden keer.