Pagina:In de sneeuw.djvu/138

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

136

meestersche „eens was," toen deze uitweidde over de heerlijke, krachtige preek, — „een gepast woord op gepasten tijd."

De burgemeester was nu ook het groepje genaderd; hij groette, en feliciteerde de jongelieden op zijne gewone bulderende, luidruchtige manier; en toen zijne vrouw hem wat zocht te temperen, door een gesprek te beginnen over het „trieste weer", verzekerde hij op hoogen toon: dat zijn barometer, — „de duivel hale mij!" — sinds den laatsten Januaristorm, nog niet zóó laag had gestaan.

Toen ze van den burgemeester en zijne familie afscheid hadden genomen, gingen Gabriëlle en Johannes eene visite maken bij den Lensmand Olsen. Maar ook op weg daarheen, vond Gabriëlle geen gelegenheid om met Johannes te spreken, wijl zij vergezeld werden door twee dochters van den heer Olsen. — De oude heer zelf zat thuis in zijnen leunstoel: „hij verliet het huis niet meer, zoo lang er sneeuw lag."

Johannes voerde een druk gesprek met de beide meisjes, en Gabriëlle verbaasde zich, hoe vervelend dat gesprek was. Daarbij klonk er iets vreemds in den toon waarop Johannes