Naar inhoud springen

Pagina:In de sneeuw.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
17

hakken, als dan de gemeente wilde zorgen, dat het hout uit het bosch werd gehaald. Was dit niet 's lands wijs, sedert onheugelijke tijden? Zij zouden het „wat best samen vinden!“

Bij deze woorden zag dominé Jürgens vriendelijk glimlachend den kring rond.

Allen zwegen.

Zoo spoedig men in de pastorie eenigermate „op streek“ was, zond dominé zijne knechts naar het bosch, — ja, ook hij zelf hakte met ijver en lust alles, wat hij dacht, dat voor het herstellen der oude schuur geschikt was.

Terwijl ze ijverig in de weer waren, voegden zich twee mannen bij hen. De predikant kende ze en ging hun hartelijk te gemoet.

Het was iets zeer ongewoons voor hem, uit zoovele boomen naar hartelust te mogen kiezen.

Het bosch grensde aan de pastorie, zijne rechten waren duidelijk omschreven; hij had er een massa stukken over gelezen, maar het was niet mogelijk alles te onthouden. Dit echter wist hij, dat het bosch algemeen eigendom was en overvloed van geschikt hout opleverde.

„Ziet hier, vrienden !“ riep Dominé Jürges,

2