Pagina:In de sneeuw.djvu/213

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

XI.


De wind was van richting veranderd. De zware sneeuwwolken, die den geheelen dag tusschen de bergen hadden gehangen, verhieven zich nu als lichte sluiers, en vulden de lucht met zulk eene massa sneeuw, dat de kracht van den storm er door scheen te worden gebroken.

Met den laatsten geweldigen windstoot was de oude schuur ingestort. Door het stormgeweld had niemand in de pastorie het gehoord; ook had niemand gezien hoe, nadat het dak was afgeworpen, het daarin geborgen hooi weg vloog als een nevel, die zich oploste en verdween over de velden.

In den tuin warrelde nu de sneeuw dicht in groote vlokken, en het licht uit de vensters der pastorie speelde als gele strepen door de duisternis.