Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/108

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

104

middel voor den kapitalist om de loonen sop peil: te houden, en een industrieël proletariaat te kweeken dat zijn weinige vrije uren liever besteedt aan 't omwoelen van zijn lapje grond dan aan dat der kapi talistische maatschappij.

Erger nog dan de Twentsche kinderen waren de weezen en andere verstootelingen er aan toe, ondergebracht in de koloniën der maatschappij van weldadigheid. Met gestampte aardappels, paardeboonen en aardappelbrood gevoed, moesten zij voor een loon van 30 cts. per week onafgebroken 13 uur van de 24 in de stoomspinnerijen werken.

In '69 schijnt de zorg der overheid voor arme weezen nog van 't zelfde gehalte te zijn geweest. De schrijver van "Zijn wij praktische philantropen", noemt de weeshuizen moordenaarsholen voor zedelijkheid en geweten, waar het erbarmelijk uitziet. Op het platteland was openbare aanbesteding aan den meestbiedende het vaste systeem; de weezen werden toevertrouwd aan menschen die hen niet veel anders konden leeren dan bedelen, wildstroopen, hout stelen en… hongerlijden.

Toen tegen het einde der 18de eeuw de aangroei van een talrijk lompen-proletariaat de bezittende klasse onaangenaam begon te worden, waren in de voornaamste steden armen-scholen opgericht. In hun kosten werd ten deele door de stad, ten deele door een jaarlijksche kollekte voorzien. Zij waren de lievelings-instellingen der filantropische bourgeoisie, en de jaarlijksche prijsuitdeelingen bij het openbaar examen boden een periodieke gelegenheid tot zalvende speeches vol aangename zelfvoldaanheid. Wat het karakter dezer scholen was, leert ons o.a. het verslag der