Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/132

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

128

veel dieper in haar geest dan de pseudo-romantische letterkunde in Nederland. In de vrije parafraseering van het Oude Testament, zochten de dichterlijke naturen van den tijd[1] te ontkomen aan de lage stemming en kleine werkelijkheid, die op het fiasco der verwachtingen van 1789 was gevolgd. Niet de orthodoxie was hoofdzaak, maar de poëzie, en niet het dogma, maar het gemoedsleven. Niet de femelende dominé trad op den voorgrond, maar de vurige leek, Internationale affiniteiten verwijdden den horizon van het Réveil: joodsch intellekt en joodsch temperament verlevendigden zijn stemming.

Een klein begin van groote dingen, was het Réveil een tijd van voorbereiding en inkeer, van verinniging en verdieping voor de anti-revolutionaire idee. In zijn kring bloeide het teere en hooge, maar overspannen gemoedsleven dat ontluikt, waar een kleine schaar gelijkgezinden zich, van de werkelijkheid afgezonderd, vereenigt. Op dezen weg voortgaande, zou het Réveil als menige andere piëtistische beweging na den dood der begaafde leiders in onbeduidend sektarisme zijn verloopen. Maar de omstandigheden behoedden het daarvoor: zij dreven het de wereld in en vervormden het tot eene waarlijk-nationale, anti-liberale beweging.

Aanvankelijk liepen Afscheiding en Réveil naast elkaar voort, zonder elkaar te raken. Wel sprongen


  1. O.a. Willem de Clercq, de meest sympathieke figuur van het Réveil, secretaris der Handels-Maatschappij, misschien de gevoeligste en meest dichterlijke Nederlander van zijn tijd; er is in zijn "Dagboek" iets wat herinnert aan Novalis, die in een gelijke gevoels- en gedachtesfeer als de Clercq leefde. Bij hem waren godsdienst en leven op de meest naïve wijze vervlochten zooals zijn "Dagboek" telkens bewijst.
    Hii verhaalt daarin o.a. hoe hij Gods hand ziet in den gezegenden afloop der koffie-veilingen; hij bidt hem om licht hoe hij een thee-veiling moet leiden, en betuigt geen onrust te kennen bij het spekuleeren, omdat hij alles doet in vertrouwen en op raad van God.