Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/190

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

186

verheugend in algemeener belangstelling en grooter konsideratie dan iedere andere—ontworstelde zich 't eerst aan den doodelijken invloed van sleur en routine en, door buitenlandsche voorbeelden gesterkt, ont kwam zij het kleinburgerlijk konventioneele en verdroomde op de open grasvlakten, aan de zeestranden en de rivieren van Holland, de bittere jaren van het derde kwart der eeuw: het tijdperk van almachtige anti-artistieke liberale geborneerdheid. Sedert '80 ont waakten alle andere kunsten. die met het modern kapitalisme bestaanbaar zijn: de lyrische poezie, het verhalend proza, de bouwkunst, de muziek. En de kunstenaars, die, proevend en genietend de subtielheid hunner aandoeningen, leden van de kapitalistische maatschappij om hen heen, van haar grofheid en onaestetischen zin en plat materialisme, die haar iederen dag de overblijfsels van oude kulturen zagen verstoren, zij wisten niet welken langen fijnen draad hun aandoeningen aan deze maatschappij bond. Zij wisten niet in hun wrevel te zijn als ondankbare kinderen, die zich koesteren in een zuivere sfeer van hooggestemd intellektueel en aestetisch leven, dank zij eene moeder, die voor hen in diepten van ellende alle schande en hardheid en vernedering ondergaat.

 

De omstandigheden, waaronder het moderne kapitalisme zich hier ontwikkelde, werkten ongunstig op den toestand van het proletariaat, en hielden het in zijn strijd om lotsverbetering tegen. Toen handel en industrie zich uitbreidden en ook de aanleg van spoor- en waterwegen, havens, enz, meerdere werk krachten vorderde, vond het kapitaal deze in overvoedige