Naar inhoud springen

Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/130

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

106

vrouw heeft; in de adellijke kringen, vooral in de omgeving van den Keizer, hebben de mannen tot over de 26 vrouwen.

Mogen deze toestanden voortbestaan, Stella?

Ze zijn er al zoo aan gewend, dat zij er niets meer in vinden, maar dat neemt niet weg, dat die vrouwen er ontzettend onder lijden. Bijna iedere vrouw, die ik ken hier, vervloekt dit recht der mannen. Maar verwenschingen helpen niets; gehandeld moet er worden.

Komt, vrouwen, meisjes, staat op, reiken wij elkaar de handen en laten wij samen arbeiden, om verandering te brengen in die onhoudbare toestanden.

Ja, Stella, ik wist het, dat ook in Europa de toestand op zedelijk gebied der mannen intreurig is. Ik zeg met jou, hulde aan de jonge mannen, die de ingekankerde gewoonten, die verleiding den rug toekeeren; en schande over de hedendaagsche meisjes, die niet onwetend mannen volgen, wier leven bezoedeld is. Ja zeker, de jonge moeders kunnen hieraan 't meest doen, dat heb ik reeds meer betuigd met mijne zusters.

Ik zou wel kinderen willen hebben, jongens en meisjes, om ze op te voeden, te vormen tot menschen naar mijn hart. Allereerst zou ik die ongelukkige gewoonte om jongens voor te trekken boven meisjes afschaffen. Wij mogen niet verwonderd zijn over het egoïsme van den man, wanneer wij nagaan hoe als kind hij reeds voorgetrokken werd boven 't meisje, zijn zusje. En als kind al wordt den man geleerd het