Naar inhoud springen

Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/138

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

114

We hoorden den Directeur tot Vader zeggen: 'k Ben overal op Java geweest en heb verscheiden hoofden gesproken, Regent. U heeft 't voorbeeld gegeven, meisjes naar school te zenden. Ik heb aan meisjes, die nog schoolgaan, zelf gevraagd, of zij verder zouden willen leeren, en ze antwoordden allen enthousiast: "Ja!" Hij vroeg, hoe of Vader de meisjesschool wilde ingericht hebben, en waar of die, bij wijze van proef, moest zijn, in West-, Midden- of Oost-Java.

O, Stella, hoe tintelden mijne ooren en oogen, en klopte mijn hart van zalige verrukking, bij 't hooren van dat al! Er zal dan tòch licht komen, in onze arme, donkere vrouwenwereld!

Terwijl Mijnheer met Vader sprak, onderhield Mevrouw zich met ons. Met welk eene verrukking luisterden wij naar haar!

Ze vertelde me, wat 't doel was van haar man, en vroeg, hoe of ik 't vond. "Een goddelijk idee, Mevrouw, dat de Inlandsche vrouwenwereld ten zegen zal zijn, als 't tot uitvoering komt; en nog grooter zou die zegen zijn, indien de meisjes dan ook in de gelegenheid werden gesteld, zich in 't een of ander vak te bekwamen, dat haar in staat zou stellen, zich een eigen weg door 't leven te banen, wanneer het haar door hare ontwikkeling mocht tegenstaan, terug te keeren in hare oude maatschappij. En 't meisje, wier geest men heeft ontwikkeld, wier blik is verruimd, zal niet meer kunnen leven in haar voor-