Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Huisje bij Sindanglaja (Preanger-Regentschappen) met oude notenboom.

Japara, 25 Mei 1899. (I.)

Ik heb zóó verlangd kennis te maken met een „modern meisje”, het fiere, zelfstandige meisje, dat zoo ten volle mijne sympathie heeft, dat met vluggen, flinken tred haar weg door ’t leven gaat, vroolijk en opgeruimd, vol geestdrift en warm gevoel, arbeidend niet voor eigen heil en geluk alleen, doch ook zich gevend aan de groote Maatschappij, werkend tot het heil van vele medemenschen. Ik gloei van geestdrift voor den nieuwen tijd en ja, ik kan wel zeggen, dat wat denken en voelen betreft, ik den Indischen tijd niet meêleef, doch geheel die mijner vooruitstrevende blanke zusters in ’t verre Westen.

En als de wetten van mijn land zulks zouden toe-