Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/68

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

46

medelijden met die groote kinderen, want dat zijn mijne landgenooten voor het meerendeel). Als den eersten keer zulk een districtschrijver, door den een of anderen dessaman, een tros pisang of iets dergelijks wordt aangeboden, zal hij 't weigeren; voor den tweeden keer weigert hij ook nog, maar bij no. 3 is 't bedanken al weifelend, en ten vierden male wordt het geschenk zonder aarzelen aangenomen. 't Is geen kwaad, denkt hij, wat ik doe. Ik heb immers niet gevraagd, 't wordt mij gegeven, en 't zou idioot van mij zijn, om te bedanken, als ik het zoo goed gebruiken kan. Dat geschenken geven is niet alleen een eerbiedsbetuiging, doch ook een voorbehoedmiddel tegen 't een of ander kwaad, dat den gever vandaag of morgen van de overheid treffen kan. Welnu als hij door den wedono wordt opgepakt, om 't een of ander klein vergrijp, dan kan hij rekenen op de voorspraak van zijn vriend den districtschrijver. De ambtenaren worden slecht betaald! Een assistent-wedono 2e klas verdient f 85. Nu van die f 85 moet hij een schrijver betalen (assistent-wedono's krijgen geen schrijver van Regeeringswege, ofschoon zij evenzeer gebukt gaan onder schrijfwerk als wedono's, djaksa's en anderen), een bendy of dos à dos met paard, benevens een rijpaard houden om tournées in de bosschen te maken, een huis koopen, meubilair, dan de huishouding bekostigen, en eindelijk den controleur, regent en soms ook den assistent-resident ontvangen, die in zijn onderdistrict eenige werkzaamheden komen verrichten.