Naar inhoud springen

Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/82

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

60

ontdekte iets merkwaardigs aan zijn schoen, ten minste hij wijdde daaraan al zijn aandacht.

Nu nog een klein vertelseltje, dat in de Preanger speelde, 't Was in den vooravond—de Regent van X. ontving bezoek in zijne kaboepaten. Er was een particulier en de Resident van dat gewest; even daarna kwam een aspirant-controleurtje het gezelschap vergrooten. De zoon des huizes, een gymnasiast, met vacantie thuis, liep de pendopo op. Toen hij echter zag, dat zijn vader niet alleen was, wilde hij zich weer verwijderen, doch de Resident had hem gezien en riep hem tot zich. Z.Ed. begroette den jongen hartelijk en maakte een lang en vriendelijk praatje met hem. Als het onderhoud met Z.Ed. was afgeloopen, kwam[Pg 37] hij naar het jonge ambtenaartje toe en maakte eene beleefde buiging voor hem. Het heertje echter vond het niet noodig, om dien beleefden groet met iets meer te beantwoorden dan een nauw merkbaren hoofdknik, en terwijl zijne koude oogen hem minachtend van top tot teen opnamen, stootte hij koel dit woordje uit: "Tabee" (Maleische groet). De jongen verbleekte, zijne lippen trilden, een paar vuisten balden zich.

Veel later vertelde hij aan den particulier, die dit voorval bijwoonde: "Ik houd heel, heel veel van de Hollanders, mijnheer, en tel onder hen mijne beste vrienden, doch ik zal nooit die "Tabee" van dien aspirant vergeten kunnen, het sneed mij door de ziel".

O! Stella, ik heb blikken geworpen in allerhande