Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/113

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

99

een onbeduidende bijzaak tegenover de wetenschap, de geweldige natuurkrachten en den maatschappelijken massa-arbeid, die in het machinestelsel belichaamd zijn. En gelijk hij zich willoos te onderwerpen heeft aan den automatischen gang der machinerie, zoo daarmee tevens aan de door den fabriekseigenaar ingestelde tucht.

Wat ook ooit de organisatievorm der maatschappij zijn mag, steeds zal dit te samen arbeiden op groote schaal en de aanwending van gemeenschappelijke arbeidsmiddelen, in 't bizonder van de machinerie, een regeling van het arbeidsproces vereischen, waardoor dit van den luim van den afzonderlijken medewerker onafhankelijk gemaakt wordt. Wil men niet van de voordeelen der machinale voortbrenging afstand doen, dan is de invoering eener discipline, waaraan allen zich te onderwerpen hebben, onmisbaar. Maar discipline en discipline zijn twee. In een vrije gemeenschap, waar zij allen treft, drukt zij niemand: ten voordeele van enkelen bij dwang opgelegd, heet zij slavernij, wordt zij als een drukkend juk slechts met den uitersten tegenzin verdragen, als elke tegenstand vruchteloos bleek. Het vereischte dus harden strijd, voor het gelukte den tegenstand der arbeiders te breken tegen den dwangarbeid waartoe de machine hen veroordeelt. Ure doet in het reeds gemelde boek uitkomen, dat Wyatt lang voor Arkwright de kunstmatige spinvingers uitgevonden had, dat echter de voornaamste moeilijkheid niet zoozer bestond in de uitdenking van een zelfwerkend mechanisme, dan wel in de uitdenking en doorvoering van een aan de behoeften van het automatisch systeem voldoend disciplinewetboek! Daarom een lauwerkrans gewonden om het hoofd van den "edelen" barbier Arkwright, die dit werk, "een Hercules waardig", tot stand bracht.

Het disciplinewetboek, beter gezegd fabrieksreglement, van den modernen kapitalist bevat niets van het den bourgeois zoo dierbare constitutioneele stelsel der verdeeling der macht, noch van het hem nog dierbaarder stelsel van vertegenwoordiging, doch is de uitdrukking der absolute alleenheerschappij van den ondernemer over zijne arbeiders. "In de plaats van de zweep des slavendrijvers", zegt Marx, "treedt het straffenboek van den opzichter. Alle straffen komen natuurlijk neer op geldboeten en loonaftrek, en de wetgeversscherpzinnigheid der fabrieks-Lycurgussen maakt hun de schending hunner wetten zoo mogelijk nog voordeeliger dan de naleving ervan." Zoo wordt de trots en het zelfbewustzijn van den arbeider gebroken. Daarbij wordt hij tengevolge van voortdurenden eenzijdigen spierarbeid lichamelijk kreupel, de slechte fabriekslucht, het verdoovend lawaai gedurende den arbeid demoraliseert hem—dat is de edele opvoedende werking der machinerie.

Wij spraken zooeven van den tegenstand der arbeiders tegen de invoering der machinerie. Daarbij is echter het gevoel, dat de machine aan de vrijheid van den arbeider den genadeslag toebrengt, meer instinctmatig werkzaam; in de eerste plaats geldt deze tegenstand de machine als een middel om menschelijken arbeid overbodig te maken. Uit dit gezichtspunt werd zelfs het bandweeftoestel, dat het eerst in het midden der 16de eeuw in Danzig moet zijn uitgevonden,