Naar inhoud springen

Pagina:Keulemans Onze vogels 1 (1869).djvu/547

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE CAROLINE-EEND.

ANAS SPONSA.


Van alle in onze vijvers voorkomende zwemvogels, is voorzeker de Caroline-Eend eene der fraaiste soorten. In veler oog is de Waaijer-Eend fraaijer, doch menig liefhebber zal zich bij voorkeur van Caroline-Eenden willen voorzien. In elk geval zijn beide soorten prachtige watervogels, en zonder haar is een vijver niet compleet. Men treft ze dan ook in alle landen aan, en zij behooren, ofschoon uitheemsch, tegenwoordig tot de zeer algemeene vijvervogels.

De Caroline-Eend is echter eerst sedert kort in Europa geacclimatiseerd; de Waaijer-Eend wordt slechts sinds eenige jaren in ons werelddeel aangetroffen. De vogel, waarvan wij hier eene afbeelding geven, behoort in de heete streken van Noord-Amerika te huis, gelijk trouwens reeds zijn naam aanduidt. Het is een zwemeend, ofschoon sommigen meenen, dat het een Taling is, terwijl anderen haar tot een nieuw geslacht (Aix) gebragt hebben.

Het verschil, dat bij de Caroline-Eend tusschen de seksen bestaat, is iederen liefhebber genoeg bekend; alleen hebben wij er de aanmerking bij te voegen, dat zeer oude Eenden (wijfjes) dikwijls een geheel groenen kop en ook de witte streepen krijgen, en dat ook haar rug geheel met eene glanzige bronskleur overdekt wordt, zoodat de Eend, wanneer zij zeer oud geworden is, in kleuren meer met den Waard overeenkomt.

In den vrijen staat voedt de Caroline-Eend zich met allerhande zaden en granen, die zij langs het water of op het drooge opzoekt. Zij nestelt niet op den grond, maar op boomen, meestal op takken, doch ook dikwijls in holen, wanneer die niet te diep en breed genoeg zijn.

De Eend legt tien à zestien eijeren, iets grooter dan die van den Taling en rosachtig wit van kleur; de vorm dezer eijeren is bijna ovaal, of liever, zonder stompe of