Naar inhoud springen

Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/139

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE GROOTE KAREKIET.

CALAMODYTA TURDOIDES.


De Groote Karekiet, die door zijne meerdere grootte ook Riet-Lijster wordt genoemd, is de algemeenste en meest bekende der in ons land levende Rietzangers. Ofschoon deze vogel, met de kleinere soorten, het geslacht Calamodyta uitmaakt, is hij evenwel aan de Zangers (Sylviae) verwant en wordt dan ook, even als vroeger, nog S. turdina of S. turdoïdes genoemd. De Rietzangers of Karekieten zijn eigenlijk Sylviae, die hoofdzakelijk door hun langeren bek, krachtiger pooten en hunne levenswijze een op zichzelf staanden groep uitmaken. Zij hebben vooral door hunne levenswijze eenige aanspraak, om als een bijzonder volkje beschouwd te worden, meer aanspraak althans dan vele andere vogels, die, bij den tegenwoordigen stand der wetenschap, in afzonderlijke geslachten verdeeld worden.

Rietzangers kenmerken zich, en verschillen van de eigenlijke Zangers, door hun langeren snavel, meer vlakken bovenkop, kortere, afgeronde vleugels, korteren, afgeronden staart, langere staartdekveêren, zwaardere pooten en krachtiger en krommer nagel van den achterteen.

Hunne kleuren zijn graauw of vaal bruinachtig. Eenige uitheemsche soorten vertoonen daarbij nog wit of geel; doch steeds zijn hunne kleuren uiterst eenvoudig.

Zij bewonen de oude wereld, en in sommige landen leven zij niet in het riet, maar op de bergen, tot zelfs op plaatsen, waar volstrekt geen water te vinden is. Zij hebben een krachtig stemgeluid, vertoonen bijzondere kunstvaardigheid in den nestbouw, zijn meestal niet zeer schuw van aard en voeden zich met insecten.

Op sommige plaatsen zijn het standvogels, op andere daarentegen, zoo als in Europa, behooren zij tot de landverhuizers.