waarbij zij niet te vet werden, en dat hun evenwel goed scheen te bevallen, namelijk: een handvol broodkruimels, een eetlepel maanzaad, evenveel kruim van gekookte aardappelen en een theekopje vol gesneden groene kool, alles goed dooreengemengd. Dit voedsel aten zij ruim een jaar, en waren toen niet vetter dan toen zij pas gevangen waren. Nu en dan gaf ik hun ook een weinig witzaad en havergort in een afzonderlijk bakje.
Vele in gevangenschap levende Ortolanen worden geheel of gedeeltelijk zwart; worden zij echter op het hier opgegeven voedsel gehouden, dan behouden zij hunne kleuren. Zij kunnen een vrij hoogen leeftijd bereiken; ik ken er die over de 10 jaar oud werden, en een mijner vrienden heeft er reeds 9 jaren een, welke steeds met bovengemeld mengsel gevoerd wordt en, behalve in den ruitijd, het geheele jaar door zingt.