Naar inhoud springen

Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/61

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE SLAGTERVOGEL.

LANIUS COLLURIO.


Deze vogel, dien we reeds in de beschrijving van den Klaauwier vermeld hebben, woont en broeit in de gematigde streken van Europa tot ongeveer 20° N.B. Hij is zeer algemeen in het Zuiden van Zweden, in Engeland, Frankrijk, Italië, Griekenland, in het Zuid-Oosten van Rusland en in Turkije. Men treft hem ook menigvuldig in het gematigd gedeelte van Siberië aan. De voorwerpen dezer soort, die in Zuid-Afrika, aan de Kaap de Goede Hoop, voorkomen, verschillen niet van de overigen; zij behooren daar echter, even als vele der aldaar voorkomende Europesche vogelsoorten, tot de standvogels, terwijl die, welke in Noord-Afrika gevonden worden, grootendeels slechts overwinterende trekvogels zijn. Hier te lande, even als in de overige gematigde streken van Europa, komt deze vogel alleen des zomers. In Zuid-Europa is hij ook gedeeltelijk een standvogel; daarentegen is hij in Spanje zoo zeldzaam, dat hij niet eens in de vogelfauna van dat land is opgenomen.

De Slagtervogel, ook Roodborst-Klaauwier genaamd, leeft hoofdzakelijk in houtrijke oorden, langs de zoomen der bosschen en in doornheggen, nabij weiland en kreupelhout.

Zijn naam, wel wat te wreed voor zulk een kleinen vogel, is ontleend aan de wijze, waarop hij gewoon is zijn voedsel bijeen te garen. Hij steelt namelijk jonge vogels uit de nesten, vangt groote kevers, ook muizen en hagedissen, en hangt of liever nagelt ze aan een langen of scherpen doorn. Deze eigenschap is dan ook de oorzaak, waarom hem in alle landen, waar hij zich vertoont, een dergelijke kwade naam gegeven is. De Franschen b. v. noemen hem Pie-grièche-écorcheur, de Duitschers Würger, de Engelschen Butcherbird.

In Nederland verschijnt hij in het laatst van April of begin van Mei, en