Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

zou, volgens deze stelling, een zeer fraai rozerood gekleurd ei, door een oud wijfje, een licht zandkleurig ei door een wijfje van middelbaren leeftijd, en een zeer licht of vuilwit ei door eene jonge broeister gelegd zijn. De lichtgekleurde eijeren zijn meestal met grijze, donkerpurperkleurige vlekken bedekt, welke vlekken, naar mate van de meer roodachtige kleur der eijeren, ook meer naar het bruine of donkerpurper trekken.

De jongen worden met geroofden buit en insecten gevoerd. Insecten, vooral kevers, maken toch eigenlijk het hoofdvoedsel van alle Klaauwieren uit, en de zucht tot het vermoorden van vogels en zoogdieren schijnt dan ook bij dezen vogel meer door nooddwang, dan wel door bloeddorst, aangewakkerd te worden. Na den broeitijd trekken deze vogels bij troepjes, uit eene familie bestaande, rond, en komen dan dikwijls nabij de woningen.

In de kooi zijn het zeer aardige vogels, doch zij vereischen zorgvuldige oppassing en eene groote, ruime kooi of volière. Dat het alles behalve raadzaam is, ze met andere vogelsoorten te zamen te houden, zal, met het oog op hunne geaardheid, wel geen betoog behoeven.