Pagina:Keulemans Onze vogels 3 (1876).djvu/21

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE BLAAUWE ARA.

ARARA ARACAUNA.


De Blaauwe Ara, die met volle regt den naam van prachtvogel verdient, bewoont Zuid-Amerika, noordelijk tot Honduras, zuidelijk tot Chili, in welk land hij echter alleen langs de noordelijke grenzen voorkomt. Het meest algemeen treft men hem in Midden-Brazilië, in de digtste wouden, aan.

De Brazilianen noemen hem Collinda en Arazuna, welke laatste naam van zijn stemgeluid is afgeleid. Overal elders noemt men hem naar de hoofdkleur van zijn gevederte, namelijk naar het zoo prachtige hemelsblaauw, dat, met het heldere goudgeel der geheele onderdeelen, hem tot den fraaiste aller Papepaaijen maakt. Er bestaat dan ook in de geheele vogelwereld geen enkele soort, wier kleuren zoo schitterend tegen de haar omringende natuur uitkomen. Alle natuuronderzoekers, die dezen vogel in zijne woonplaats aantroffen, roemen om het zeerst de schoonheid van zijn gevederte; en allezins verklaarbaar is de betuiging van den prins von Wied, dat het gezigt van eenige vliegende Blaauwe Ara's hem dermate trof, dat het hem onmogelijk was, er een van neer te schieten.

Ten opzigte hunner levenswijze komen alle bekende Ara's hierin overeen, dat zij levendig en vol beweging zijn, vlug klimmen en zeer snel vliegen, steeds gezellig leven, en in boomholten nestelen. Zij zijn allen zeer aan hunne jongen en ook evenzeer aan elkaêr gehecht; als een staaltje hiervan, verhaalt men zelfs, dat eens een mannetje den jager, die zijn wijfje geschoten had en haar meevoerde, tot in de stad navloog en, toen de arme vogel bemerkte, dat alle pogingen, om zijne wederhelft terug te krijgen, vruchteloos bleven, zoo verslagen en moedeloos werd, dat de stedelingen hem met de hand vingen.

Er bestaat geen ander uiterlijk verschil tusschen beide seksen, dan dat bij het wijfje de vlek, welke de onderkaak begrenst, kleiner en groener is. De jongen